zondag 13 september 2015

Schrijfjuf

De juf in mij is geboren. Ze is er, gezond en wel en blakend van enthousiasme. De zwangerschap duurde dik twintig jaar, maar wat in het vat zit, verzuurt niet. Afgelopen week gaf ik mijn allereerste training ooit. Een eigen workshop!
Vroeger wilde ik altijd al juf worden. Kleuterjuf dan wel te verstaan. Van kleins af aan speelde ik schooltje met mijn vriendinnetje of met mijn poppen en beren. Na de middelbare school stond ik voor de keuze. Welke opleiding ging ik volgen? De kleuterjuffenschool bleek te zijn opgeheven. Opgeslokt door de Pabo. Mooi pech, want de Pabo zag ik echt niet zitten. Lesgeven aan oudere kinderen was niets voor mij. Ik liet de droom varen.
Maar het bleef een dingetje: spreken voor een groep, spreken in het openbaar. Niet iets wat ik van nature makkelijk deed, maar wat ik wel heel graag wilde kunnen. Jarenlang ging ik het uit de weg; iets zeggen voor een clubje van meer dan twee of drie mensen was niet bepaald mijn ding. Ik kreeg acuut een rood hoofd, begon te stamelen of erger nog, ik sloeg dicht. Al die ogen op mij gericht zorgde ervoor dat ik geen flauw idee had wat ik moest zeggen. Bovendien, als ik al wat te zeggen had, was dat toch helemaal niet interessant? Een behoorlijk staaltje van onzekerheid hield mij in de greep.
Maar toch groeide ik er heel langzaam naartoe. Het begon met vragen van collega’s. Vragen over taal en vragen over het maken van notulen of andere schrijfsels. Steeds vaker belden ze mij. Af en toe werd er wel gegrapt of ik niet eens een workshop zou kunnen geven. Ik ging er niet serieus op in, ik zou dat immers nooit durven. Maar drie naaste collega’s gingen erop door. Als ik hen nu eens een training schrijven zou geven, dan sloegen we twee vliegen in een klap. Zij leerden iets over taal en schrijven, en ik leerde spreken voor de groep. Hoeveel veiliger wil je beginnen?
Ik greep de kans en werkte onder deskundige begeleiding van Lydia langzaam maar gestaag naar het geven van een training. Lydia en ik bedachten en werkten uit, oefenden en oefenden. En prikten een datum. Het ging gebeuren: de dag waarop ik mijn eerste training gaf, samen met Lydia. En wat dacht je? Ik heb het overleefd! De bevalling was erg spannend maar zeker niet zwaar, ik vond het geweldig om te doen. En mijn naaste collega’s? Die vonden de training geslaagd en leuk en maken nu aan de lopende band reclame voor de training. Met als gevolg dat de aanmeldingen binnenstromen. Mijn eerste stapjes in de wereld van de trainingen zijn gezet en het smaakt naar meer. Tijd voor beschuit met muisjes.

zondag 6 september 2015

Elf seconden

Voor de tweede maal in mijn hardloopbestaan nam ik deel aan de jaarlijkse Salverda Berkumloop. Dit keer had Man flink veel overtuigingskracht nodig om mij over te halen. Het leek me helemaal niks! Gezien mijn ervaring van vorig jaar was de Berkumloop nu niet bepaald iets waar ik naar uitkeek. Misselijk en helemaal kapot kwam ik na vijf kilometer de finish over (zie mijn eerste wedloop). Ik boekte weliswaar een persoonlijk record, maar ervan genoten had ik bepaald niet. Ik was er ziek van. Nu schreven we ons in voor de tienkilometerloop. Die afstand liep ik al maanden, dus ik wist dat ik het kon. Maar hoe zorgde ik ervoor dat ik niet weer compleet opgebrand de eindstreep haalde? Ik moest me in elk geval niets van al die hardlopers om mij heen aantrekken. Ik moest gewoon goed mijn hartslag in de gaten houden en me niet laten verleiden harder te gaan lopen en zo buiten adem te raken. Laat die snelle gasten mij maar inhalen, ik liet me deze keer niet gekmaken. De dag was daar. Met een gemiddelde hartslag van 150 liep ik mijn kilometers, in mijn eigen tempo. En dat ging prima! Heel prima eigenlijk, superrelaxed. Zo was het goed te doen en zou ik niet beroerd thuiskomen. Wat was het ook gezellig, met al die enthousiaste mensen langs de kant. Wat een vrolijke boel. Het regende licht maar dat mocht de pret niet drukken. Een beetje frissigheid tijdens het hardlopen was zelfs best welkom. Ik liep heerlijk en bijna fluitend rende ik de laatste meters naar de finish. Zo was het hartstikke leuk, meedoen aan zo’n wedloop! Ik was heel tevreden en blij dat Man mij toch had weten over te halen. Moe maar voldaan wachtten Man en ik thuis op de bank op de uitslag. Het is toch leuk om te weten hoe snel je (netto) gelopen hebt. Zou ik het binnen het uur hebben volbracht? Dat zou toch leuk zijn. Daar was de uitslag. En wat was mijn tijd? 1:00:11. Eén uur en elf seconden. Net die elf seconden, foei toch! Daar baalde ik stiekem van. Wat was nou elf seconden? Ik had best de ruimte gehad om in de laatste kilometer nog even kort aan te zetten en zo een leuke 59:59 te lopen. Maar hé, relaxed was het wel.

woensdag 2 september 2015

Deuren van Toscane

Wat is Italië toch mooi. Of beter gezegd: wat vind ik Toscane toch mooi! Niet alleen het landschap is verbluffend mooi, zoals ik al eerder schreef over dat prachtige decor waarin het Teatro del Silenzio zich bevindt. Maar ook de dorpjes stralen die typisch Toscaanse schoonheid uit. De straten en steegjes, de gevels met doorgangetjes en trappetjes. De rijkelijk met bloemen versierde balkonnetjes en niet te vergeten de deuren. Deuren, te kust en te keur. Statige oude deuren en moderne frisse deuren, allemaal verschillend. Een ding hebben ze gemeen: ze passen zo perfect in het Toscaanse kleurenpalet. Ik heb er een aantal voor u geportretteerd. Mijn favoriet: nummer 17. Die grijze en grijsverweerde tinten…. geniet mee!