zondag 31 augustus 2014

Mijn eerste wedloop

Afgelopen week liepen Man en ik de Salverda Berkumloop. Samen met 1498 andere fanatiekelingen stonden we even voor 19.00 uur trappelend van ongeduld klaar voor de start. Het was een mooie nazomerse avond met een heerlijk hardlooptemperatuurtje. We hadden ons ingeschreven voor de vijf kilometer. Appeltje, eitje, leek ons. We lopen al enige tijd meer dan dat, dus dit was puur voor de fun en we zouden het wel even fluitend doen. Niets van dat alles. Wat viel dat tegen. Dit was met stip de meest beroerde vijf kilometer die ik tot nu toe in mijn hardloopcarrière had gelopen. Enthousiast vertrok ik, samen met de massa in een lekker tempo. Maar al gauw voelde het helemaal niet goed. Ik was waarschijnlijk te hard van start gegaan, dus ik besloot wat te temperen. Dat hielp niks, ik bleef maar hijgen en puffen en naar adem snakken tot misselijkheid aan toe. Wat was er aan de hand? Ik zette door, want vijf kilometer, die moest ik toch met gemak kunnen uitlopen? Waar was toch die relaxte hardloopflow die ik de laatste maanden steeds beter had leren vinden? Heel ver van hier in elk geval. Wat een beproeving. Ik sleepte mezelf de finish over, waar Man mij opving. Ook hij had verre van lekker gelopen. De hardloop-app op onze iPhones gaf duidelijkheid. We hadden allebei hartstikke snel gelopen, voor ons doen dan. Allebei een persoonlijk record! Opgefokt door de massa, dat moest het zijn. Toen konden we weer lachen. Wat was het eigenlijk leuk om met zo’n loop mee te doen. Al die mensen langs de kant met muziek, bekertjes water, gejoel en applaus. Dat heeft wel wat. Maar wat was ik ziek die nacht. Koud, warm, warm, koud en vice versa. Zere benen en hoofdpijn. Kennelijk vond het lijf dat het toch echt te hard had gelopen en zichzelf iets teveel had uitgedaagd. Ik was tot het gaatje gegaan, helemaal kapot.. Maar wel trots. Trots op mijn 83e plaats. Van de 365 vrouwen die ook de vijf kilometer hadden gelopen was dat toch een prachtige eindnotering. Het leek mij stiekem wel een vaantje waard. Zo’n leuk ouderwets vaantje. Maar dat is blijkbaar iets van ver voor de eeuwwisseling. De ervaring wordt slechts een herinnering, de uitslag een digitaal document.

woensdag 27 augustus 2014

Gisèle

Na het lekker leesbare Juniper was het tijd voor grotemensenwerk. Het volgende boek van mijn grotevakantieboekenlijst vulde bijna een hele boekenplank in onze smalle maar heuse boekenkast van ons vakantienestje en eerlijk gezegd zag ik er nogal tegen op: vijfhonderdtien pagina’s. Zo’n dik boek moet wel heel erg goed zijn, wil het zo veel pagina’s blijven boeien. Aan de auteur zou het niet kunnen liggen, leek mij. Susan Smit is goed, gewoon heel goed. Haar volledige oeuvre op één na staat natuurlijk niet voor niets bij mij thuis op de plank. Getriggerd door goede recensies besloot ik de sprong te wagen en dook in de dikke Gisèle.

Gisèle is een roman over liefde en vriendschap en gebaseerd op ware feiten. Het verhaal speelt zich af voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog. Van de achterflap: "Adriaan Roland Holst, ‘Jany’, is dichter en ontmoet de mooie en getalenteerde glazenierster Gisèle van Waterschoot van der Gracht. Tussen hen ontstaat een zielsverwantschap, die verder gaat dan zijn gewoonlijke romantische avonturen. Maar zijn grote liefde blijkt Mies Peters, die haar huwelijk met Paul en haar jonge moederschap niet goed weet te combineren met haar succesvolle toneelcarrière. De gekwetste Paul zoekt zijn heil bij de snel opkomende NSB en vertrekt met een hoofd vol idealen naar het oostfront. Gisèle neemt Joodse onderduikers in huis die ’s nachts, als de verduisteringsgordijnen gesloten zijn, les krijgen in filosofie, poëzie en tekenkunst. De oorlog dwingt uiteindelijk iedereen om de keuze te maken tussen buigen of barsten, goed of fout, haat en liefde."

Vijfhondertien pagina’s vormden geen enkel probleem. Het verhaal is geschreven vanuit drie perspectieven: vanuit Gisèle, Jany en Mies. Wisselend tussen deze drie hoofdpersonen word je als vanzelf meegezogen in hun roerige gedachtegangen. In de Epiloog geeft de schrijfster een korte biografie van alle personages na 1945, waardoor het allemaal nog eens extra voor je gaat leven. Indrukwekkend is ook de tijd waarin het verhaal zich afspeelt. Het is en blijft goed én nodig om te lezen hoe het er in de Tweede Wereldoorlog aan toeging. Ik was er stil van. Met dank aan Susan Smit, chapeau voor haar schrijfkunsten!

Zie ook: susansmit.nl

zondag 24 augustus 2014

Juniper

uit het vakantietekeningendagboek
Omdat de vakantie lekker lang en lui beloofde te worden, propte ik uit voorzorg een grote stapel boeken en tijdschriften in ons vakantienestje. Stel je voor dat je zonder komt te zitten, dat zou jammer zijn. Een heerlijk vooruitzicht om zoveel meters te kunnen maken! Ik gunde mezelf een luchtige start met het tienerboek Juniper. Een mooi begin.

Het verhaal speelt zich af in de Middeleeuwen en gaat over Ninnoc, de verwende dochter van de koning van Cornwall en zijn vrouw. Omdat het de bedoeling is dat Ninnoc haar vader in de toekomst opvolgt, wordt Ninnoc als afronding van haar opvoeding naar haar peettante Euny gestuurd. Zij is een doran, een wijze vrouw die over magische krachten beschikt. Euny leidt Juniper, zoals Ninnoc door haar wordt genoemd, op tot doran, maar het sobere en harde leven in het hutje van Euny valt Juniper heel zwaar. Na een jaar en één dag keert Juniper als doran terug op het kasteel van haar ouders. Daar worden al snel haar kennis en vers verworven wijsheid op de proef gesteld en moet ze haar krachten meten met een gemene heks, die het rijk van haar vader te gronde wil richten.

Juniper is een boek voor kinderen vanaf een jaar of twaalf, maar dus ook nog erg leuk voor oudere meisjes met een tikkie interesse in zuivere magie en natuurreligie. Juniper is het eerste deel van een trilogie en is geschreven door Monica Furlong, een Engelse jeugdschrijfster die in 2003 overleed. Het tweede deel Heksenkind en het derde deel Colman zijn ook onafhankelijk van elkaar te lezen. Op naar de bieb dus.

vrijdag 1 augustus 2014

Lammas, tijd om te oogsten

Op de eerste dag van augustus wordt het Keltisch jaarfeest Lammas gevierd. Van oudsher is Lammas de eerste viering van de oogst. Het wordt geassocieerd met de vruchtbaarheid van Moeder Aarde en de overvloed van de natuur. Lammas is afgeleid van het Angelsaksische woord Hlafmas, wat broodfeest betekent. Het feest wordt daarom gezien als het dankfeest voor het brood, de vrucht van de oogst. Het is ook het feest van Demeter, de Griekse godin van het graan. Traditioneel werd zij afgebeeld met drie graanhalmen in haar hand. De Kelten bakten tijdens dit oogstfeest feestelijke broden van het eerste graan, vaak in de vorm van Moeder Aarde. De christelijke kerk deelde op deze dag gezegende broden uit en noemde deze feestdag Maria-Hemelvaart.

Net als Litha (midzomer) kent ook Lammas twee gezichten: een vleugje weemoed bij het eerste afscheid van de kracht van de zon en grote vreugde over de eerste oogst. De zomer loopt alweer ten einde en de herfst is in zicht. Het korter worden van de dagen is ook steeds duidelijker te merken. Maar eerst is het tijd om te oogsten, de vruchten te plukken. Hiermee kunnen we ons voeden en de komende donkere dagen overleven. Dat geldt ook voor onze wensen, die we in de lente een vruchtbare bodem hebben kunnen geven en in de zomer hebben gevoed met energie en waarvan we nu de resultaten zullen zien. Iets om dankbaar voor te zijn!

Bronnen: Heks van Susan Smit & www.vrouwholda.nl