De juf in
mij is geboren. Ze is er, gezond en wel en blakend van enthousiasme. De
zwangerschap duurde dik twintig jaar, maar wat in het vat zit, verzuurt niet. Afgelopen
week gaf ik mijn allereerste training ooit. Een eigen workshop!
Vroeger wilde
ik altijd al juf worden. Kleuterjuf dan wel te verstaan. Van kleins af aan speelde
ik schooltje met mijn vriendinnetje of met mijn poppen en beren. Na de middelbare
school stond ik voor de keuze. Welke opleiding ging ik volgen? De kleuterjuffenschool
bleek te zijn opgeheven. Opgeslokt door de Pabo. Mooi pech, want de Pabo zag ik
echt niet zitten. Lesgeven aan oudere kinderen was niets voor mij. Ik liet de
droom varen.
Maar het bleef een dingetje: spreken voor een groep, spreken in
het openbaar. Niet iets wat ik van nature makkelijk deed, maar wat ik wel heel graag
wilde kunnen. Jarenlang ging ik het uit de weg; iets zeggen voor een clubje van
meer dan twee of drie mensen was niet bepaald mijn ding. Ik kreeg acuut een
rood hoofd, begon te stamelen of erger nog, ik sloeg dicht. Al die ogen op mij
gericht zorgde ervoor dat ik geen flauw idee had wat ik moest zeggen. Bovendien,
als ik al wat te zeggen had, was dat toch helemaal niet interessant? Een
behoorlijk staaltje van onzekerheid hield mij in de greep.
Maar toch groeide ik
er heel langzaam naartoe. Het begon met vragen van collega’s. Vragen over taal
en vragen over het maken van notulen of andere schrijfsels. Steeds vaker belden
ze mij. Af en toe werd er wel gegrapt of ik niet eens een workshop zou kunnen
geven. Ik ging er niet serieus op in, ik zou dat immers nooit durven. Maar drie
naaste collega’s gingen erop door. Als ik hen nu eens een training schrijven
zou geven, dan sloegen we twee vliegen in een klap. Zij leerden iets over taal
en schrijven, en ik leerde spreken voor de groep. Hoeveel veiliger wil je
beginnen?
Ik greep de kans en werkte onder deskundige begeleiding van Lydia langzaam maar gestaag naar het geven van een training. Lydia en
ik bedachten en werkten uit, oefenden en oefenden. En prikten een datum. Het ging
gebeuren: de dag waarop ik mijn eerste training gaf, samen met Lydia. En
wat dacht je? Ik heb het overleefd! De bevalling was erg spannend maar zeker niet
zwaar, ik vond het geweldig om te doen. En mijn naaste collega’s? Die vonden de
training geslaagd en leuk en maken nu aan de lopende band reclame voor de
training. Met als gevolg dat de aanmeldingen binnenstromen. Mijn eerste stapjes
in de wereld van de trainingen zijn gezet en het smaakt naar meer. Tijd voor
beschuit met muisjes.
zondag 13 september 2015
zondag 6 september 2015
Elf seconden
Voor de
tweede maal in mijn hardloopbestaan nam ik deel aan de jaarlijkse Salverda
Berkumloop. Dit keer had Man flink veel overtuigingskracht nodig om mij over te
halen. Het leek me helemaal niks! Gezien mijn ervaring van vorig jaar was de
Berkumloop nu niet bepaald iets waar ik naar uitkeek. Misselijk en helemaal
kapot kwam ik na vijf kilometer de finish over (zie mijn eerste wedloop). Ik
boekte weliswaar een persoonlijk record, maar ervan genoten had ik bepaald niet.
Ik was er ziek van. Nu schreven we ons in voor de tienkilometerloop. Die
afstand liep ik al maanden, dus ik wist dat ik het kon. Maar hoe zorgde ik ervoor
dat ik niet weer compleet opgebrand de eindstreep haalde? Ik moest me in elk
geval niets van al die hardlopers om mij heen aantrekken. Ik moest gewoon goed
mijn hartslag in de gaten houden en me niet laten verleiden harder te gaan lopen
en zo buiten adem te raken. Laat die snelle gasten mij maar inhalen, ik liet me
deze keer niet gekmaken. De dag was daar. Met een gemiddelde hartslag van 150
liep ik mijn kilometers, in mijn eigen tempo. En dat ging prima! Heel prima
eigenlijk, superrelaxed. Zo was het goed te doen en zou ik niet beroerd thuiskomen.
Wat was het ook gezellig, met al die enthousiaste mensen langs de kant. Wat een
vrolijke boel. Het regende licht maar dat mocht de pret niet drukken. Een
beetje frissigheid tijdens het hardlopen was zelfs best welkom. Ik liep
heerlijk en bijna fluitend rende ik de laatste meters naar de finish. Zo was het
hartstikke leuk, meedoen aan zo’n wedloop! Ik was heel tevreden en blij dat Man
mij toch had weten over te halen. Moe maar voldaan wachtten Man en ik thuis op
de bank op de uitslag. Het is toch leuk om te weten hoe snel je (netto)
gelopen hebt. Zou ik het binnen het uur hebben volbracht? Dat zou toch leuk
zijn. Daar was de uitslag. En wat was mijn tijd? 1:00:11. Eén uur en elf
seconden. Net die elf seconden, foei toch! Daar baalde ik stiekem van. Wat was
nou elf seconden? Ik had best de ruimte gehad om in de laatste kilometer nog even
kort aan te zetten en zo een leuke 59:59 te lopen. Maar hé, relaxed was het
wel.
woensdag 2 september 2015
Deuren van Toscane
Wat is Italië
toch mooi. Of beter gezegd: wat vind ik Toscane toch mooi! Niet alleen het
landschap is verbluffend mooi, zoals ik al eerder schreef over dat prachtige
decor waarin het Teatro del Silenzio zich bevindt. Maar ook de dorpjes stralen die
typisch Toscaanse schoonheid uit. De straten en steegjes, de gevels met
doorgangetjes en trappetjes. De rijkelijk met bloemen versierde balkonnetjes en
niet te vergeten de deuren. Deuren, te kust en te keur. Statige oude deuren en
moderne frisse deuren, allemaal verschillend. Een ding hebben ze gemeen: ze
passen zo perfect in het Toscaanse kleurenpalet. Ik heb er een aantal voor u
geportretteerd. Mijn favoriet: nummer 17. Die grijze en grijsverweerde tinten….
geniet mee!
Abonneren op:
Posts (Atom)