donderdag 8 augustus 2024

Cosi celeste

Het is onze laatste avond in Toscane en die sluiten we af door nog één keer in Tavarnelle te gaan eten. En dat doen we natuurlijk bij Il Caratello. Er is geen leuker restaurant dan dat, tenminste niet dat we weten. 

We lopen het dorpsplein op en zien dat er een podium staat, waarop mannen heen en weer rennen met geluidsboxen, kabels, instrumenten, microfoons en nog meer kabels. Hier gaat duidelijk wat gebeuren vanavond. Niks geen slapend dorp dit, er is altijd wat te doen.


Bij Il Caratello is het nog rustig en we nemen plaats op het terras. Terwijl we zitten te eten, start de band met soundchecken. Klinkt best lekker, die muziek, en het komt me bekend voor. Dan valt de zanger in en Man en ik kijken elkaar aan. Heel even denken we dat we wel heel waanzinnig met onze neus in de boter vallen vanavond. 


Die muziek, die stem, zou het echt? Nee, dat kan gewoon niet, die man tourt momenteel door Zuid-Amerika en speelt stadions vol. Die komt heus niet even naar Tavarnelle op en neer voor een concertje op een Toscaans dorpsplein. Maar qua stemgeluid is het absoluut een hele goeie ‘lookalike’ van onze ouwe Italiaanse rocker Zucchero. Het klinkt echt supergoed, dus we besluiten om straks zeker te gaan kijken naar deze Zucchero-coverband. Ook de achtergrondzangeressen gooien er wat toonladdertjes uit en het klinkt allemaal heel veelbelovend. 


Langzaam druppelt het dorpsplein wat voller, ik schat in totaal een mannetje/vrouwtje of honderd. Ik had er wel iets meer verwacht en wat ook opvalt, de gemiddelde leeftijd ligt hoog. Laat ik het zo zeggen, wij halen dat gemiddelde omlaag. Maar op zich is dat wel logisch, Zucchero is ook de jongste niet meer.


Het concert gaat van start en ze zijn echt verrassend goed, Zucchero himself, en de band ook. Alleen de achtergrondzangeressen, die zijn eerlijk gezegd niet om over naar huis te schrijven. De band verdient betere. Sorry voor de dames, maar ze zitten er té vaak naast en ‘t is niet zo mooi.



















Eentje waagt zich zelfs aan Vivere in de rol van Pavarotti. Het lijkt wel een sirene, wat een vibratie. Ik krijg spontaan de slappe lach, dit kan toch niet serieus de bedoeling zijn? Ik zou niet graag in haar schoenen staan, ze doet het toch maar. Maar volgens mij zou ze echt tegen zichzelf beschermd mogen worden. Toch krijgt ze een daverend applaus want ja, ze staat daar toch maar.


Als slotstuk speelt de band onze all-time-favorite Cosi Celeste. Dat prachtige nummer met op het einde ‘gegil’ van een achtergrondzangeres, maar dan mooi, normaal gesproken. Nu houd ik mijn hart vast. Ja, ze gaat het echt doen, och jee. Maar net als ze wil uithalen, ploft de hele boel 💥 pats 💥 kapot, alle stoppen door. Alles is in een keer stil en donker. Dat moet zo zijn. Iemand helpt haar tegen zichzelf beschermen. 


Een kwartier later zijn de stoppen vervangen en klinkt er nog een laatste, ander nummer. Super om dit weer zo ‘toevallig’ mee te maken, en niet in de laatste plaats vanwege het publiek. Fantastisch om te zien hoe die oude vrouwtjes alle teksten woord voor woord meezingen. Die zijn al vanaf hun tienerjaren fan van Zucchero, dat kan niet anders. 


Wat een mooi toetje van het etentje, van deze avond, van deze vakantie. Het viel zomaar weer op ons bordje, in dit ogenschijnlijk onbeduidend dorpje. Maar niets is minder waar, Tavarnelle in Val di Pesa leeft!

dinsdag 6 augustus 2024

Bisteccata

Voor de vegetariërs onder ons: misschien wil je dit niet lezen. Oké, je bent gewaarschuwd. 😇

Het is dinsdagavond, acht uur. Man en ik lopen ons dorp Tavarnelle in, want we zijn door Giovanni uitgenodigd voor de traditionele Bisteccata bij ons pas ontdekte restaurant Il Caratello. Op het plein en in de straten is markt met lokale producten, en er is een deejay om de sfeer erin te brengen. 


Tijdens Bisteccata komen zowel de lokale bewoners als vele vakantiegangers op het dorpsplein samen om aan lange tafels biefstuk te eten. En dan gaat het niet om zomaar een biefstukje, maar om de beroemde bistecca Fiorentina.


Op het plein staan gedekte tafels klaar en op de tafelkleden staan de namen van de gasten geschreven. Wij ontdekken onze naam op een tafel vlakbij de ingang van Il Caratello en Giovanni komt al aangesneld. Hij stelt ons voor aan Ferdinando, die vanavond onze gastheer is. We nemen plaats en naast ons zit een Nederlands stel. 


Ferdinando legt ons uit wat de bedoeling is. Bij iedere vraag die we hem stellen, geven onze Nederlandse tafelgenoten antwoord. Het is duidelijk dat zij dit feestje al eens eerder hebben meegemaakt. Ferdinando laat zich niet van zijn stuk brengen. In z’n beste Engels legt hij ons uit dat we zo bij de plaatselijke macelleria (slager), die heel toevallig pal naast Il Caratello huist, een stuk vlees mogen uitzoeken. Dat wordt vervolgens iets verderop voor ons bereid, waar vuur is en stoere mannen de scepter zwaaien.
























Terwijl we in de rij staan voor de deur van de slager, komt onze Nederlandse tafelgenoot onze drankjes brengen, omdat het wachten wel even zal duren. Hoe attent. Wat opvalt is dat er in de rij nagenoeg alleen maar mannen staan. Eenmaal binnen voor de vitrine, waar enorme brokken koe liggen uitgestald, stijgt het adrenalinepeil zichtbaar en hoorbaar. Of nee, het testosteronpeil zelfs denk ik. Het is wel echt een mannending. De meeste vrouwen zitten met elkaar te kleppen aan de tafels en wachten rustig af tot hun stukje vlees bereid en getrancheerd voor hen uitgeserveerd wordt.

 


Voor ons in de rij staat een groepje van vijf Italiaanse mannen. Hoe dichter ze bij de slager komen, hoe opgewondener ze raken. Ze wijzen een homp koe aan en de slagersjongen legt het stuk op het hakblok. Dan gaat de slager himself, een kleine, iele oude man, met een vlijmscherp mes en een heuse hakbijl het stuk vlees te lijf. Natuurlijk geen keurige beschaafde plak, want dan is het net een gewoon stukkie vlees. Nee, de plakken zijn minimaal vijf tot zes centimeter dik en wegen zo’n 1000 gram of meer. Je leest het goed, meer dan een kilo.


 De mannen springen door de winkel en slaan vreugdekreten uit als ze de weegschaal zien doorslaan. Breed grijnzend verlaten ze het pand. Dan zijn wij aan de beurt. We wijzen het stuk vlees aan waarvan wij wel een stukje willen. De slager bekijkt ons eens goed en gebaart tussen duim en wijsvinger een centimeter of drie, vier. Ik knik ja, want meer dan een kilo is wel erg veel voor ons tweeën. Overigens ziet Man dat anders dan ik.


 We brengen onze bistecca naar de vuurmannen en wachten het rustig af aan onze tafel. Ondertussen genieten we van bruschetta al pomodoro en prosciutto e melone en de voortreffelijke Chianti-huiswijn. Ferdinando komt elke tien minuten even melden dat het echt goed gaat met onze bistecca en dat het niet lang meer zal duren. Onze Nederlandse tafelgenoten hebben alles al op, de vrouw stond vanavond dan ook al als eerste in de slagerij, gevalletje ‘de ervaring leert’. 




 


Dan is het zover en het moet gezegd, het vlees is verrukkulluk. We smikkelen en smullen, en de hoeveelheid blijkt geen enkel probleem. Wat een feest, dit. Een belevenis op zich en supertof om mee te maken. Met dank aan Giovanni en Ferdinando. En dat allemaal in het ogenschijnlijk rustige Tavarnelle, wat een dorp!


                                                           🥩  🥩  🥩  🥩  🥩


Voor de liefhebber nog enkele technische specificaties. De bistecca Fiorentina is een entrecote van rundvlees, 12 tot 18 maanden, van het ras Chianina. Dit is essentieel en uitsluitend Toscaans. Ook de dikte en de baktijd zijn uiterst belangrijk. De florentijnse biefstuk wordt heel dik gesneden, zo’n vijf tot zes centimeter en mét het T-bot. Anders is het maar een gewoon stukje vlees en dat willen we niet.


Vervolgens wordt het vlees op de grill gebakken op zeer hete kolen. Daardoor komt er een korstje op en blijft het vanbinnen zacht en sappig. Het wordt één keer omgedraaid, twee tot drie minuten per kant gebakken, plus vijf minuten op het bot. Als het vlees blijft staan op het bot, heeft de slager het goed gedaan. Buon appetito!

zaterdag 3 augustus 2024

Cantuccini e vin santo

Tavarnelle in Val di Pesa. Een ogenschijnlijk slapend, niet veelzeggend dorp in Toscane. Er is een Coop, een kerk en een dorpsplein. Een groot dorpsplein, dat wel, met het stadhuis en wat terrasjes. En gratis parkeren. 

Man en ik zoeken een leuke eettent. We hebben ons net, na twee dagen reizen, geïnstalleerd op Agricamping Romita en hebben trek. We lopen een rondje over het dorpsplein om de paar schamele terrasjes van dichtbij te bekijken. Zo op het eerste gezicht lijkt het niet veel soeps. Ik check Google Maps om te kijken of er elders in het dorp nog restaurants zijn. Dan valt mijn oog op de vermelding ‘best beoordeeld’ bij Il Caratello, het restaurant recht voor onze neus. 


Het terras is klein maar ziet er best kneuterig uit. We worden hartelijk ontvangen door een superleuk jonk dat zich voorstelt als Giovanni. Hij heeft helaas geen plek voor ons, want al zijn zes tafels zijn gereserveerd. Hij baalt er zelf ook van, kijkt en springt wat in het rond en floeps, toch een tafeltje vrij voor ons.


We gaan zitten, scannen de QR-code op tafel en bestuderen de menukaart. Die is verrassend leuk met allemaal niet alledaagse gerechten. Neem nou de bijgerechten; niks niet patates frites of gebakken aardappels, geen standaard bakje sla of platgekookte worteltjes. Maar ‘contorni’ als cannellinibonen met salie, kikkererwten met rozemarijn of, oké, dan toch een insalata mista. Man kiest voor de bonen bij zijn hoofdgerecht, ik laat de bijgerechten voor wat ze zijn. 😂


Het is hartstikke lekker en leuk en gezellig bij Il Caratello. Giovanni komt tussen de bedrijven door steeds even kleppen. Als toetje biedt hij ons de specialiteit van het huis aan, Cantuccini e Vin Santo. De ‘heilige wijn’ van Toscane, met cantuccini-koekjes om erin te dippen. Die móéten we van ‘m proberen. ‘The cookies are like stones’, lacht hij. Dus flink soppen is het devies.



Ter afsluiting bestelt Man nog een doppio, maar omdat er ondertussen nieuwe gasten staan te wachten op een tafel, doen we de koffie binnen. Gasten blij, Giovanni blij, wij blij.

Binnen is het ook gezellig. Met Giovanni en het meisje achter de bar hebben we het over de vakantie, Toscane, de heerlijke huiswijn, het lekkere eten en wat al niet meer. Giovanni vertelt over het bijzondere dorpsfeest van aankomende dinsdag. Of we misschien zin hebben om te komen, en hij pakt de reserveringsbijbel er al bij. Dinsdagavond, acht uur. Wij zijn present. Met dank aan Google Maps. 


[wordt vervolgd]