Zondagmiddag betraden wij de rode loper op het Rodetorenplein voor een
bezoekje aan het IJsbeeldenfestival. Al wekenlang beloofden affiches en tweets ons
een vorstelijke wandeling door tweehonderd jaar Koninkrijk der Nederlanden:
onze rijke geschiedenis van vorsten en vorstinnen in kraakhelder ijs en
glinsterende sneeuw. Dat wilden wij wel aan den lijve ondervinden. Ze waren er
allemaal, van Koning Willem I tot Koning Willem-Alexander en Koningin Maxima,
allen vakkundig gehouwen uit ijs en sneeuw. De heksjes mochten de Gouden Koets
betreden en bovendien plaatsnemen op de Troon. Niet te lang, je zou anders maar
vastvriezen aan de zetel. De ijskoude cijfers: 250.000 kilo ijs en een dito
hoeveelheid sneeuw. Veertig nationale en internationale ijskunstenaars,
tientallen kettingzagen, gasbranders en beitels. En niet te vergeten een
tentencomplex van 2000 m² met een constante binnentemperatuur van -8°C. Uit
reusachtige ijsblokken van 2 meter lang, 1 meter breed, 70 cm diep en met een
gewicht van 1500 kilo gaven de ijskunstenaars vorm aan ons vorstenhuis. Een
knap staaltje werk.
Thuis op de bank ontdooiden wij met warme chocolademelk met
slagroom. Tijd voor een film. Man,
geïnspireerd door ijs en kou, trok Narnia
uit de kast. The Chronicles of
Narnia: The lion, the witch and the wardrobe. Een film over de
heldendaden van Lucy, Edmund, Susan en Peter. De twee broers en twee zusjes
spelen verstoppertje in het landhuis van een mysterieuze professor. Ze belanden
in een magische kleerkast en komen terecht in de wereld van Narnia. Dit
prachtige land wordt bewoond door pratende dieren, dwergen, faunen en centauren
en was ooit een vredig land. Tot ijskoningin Jadis het land betovert en er
sindsdien een eeuwige winter heerst. De macht van deze kille heks neemt hand
over hand toe en de wereld raakt volledig bevroren. De kinderen gaan de strijd
aan met de ijskoningin en worden daarbij geholpen door de machtige en wijze
leeuw Aslan en zijn leger van pratende dieren en wezens. Er volgt een heftige strijd
om het land voor altijd te bevrijden van de ijzige krachten van de heks. Een ijzingwekkend
mooie film.
woensdag 29 januari 2014
woensdag 22 januari 2014
Nogal jarig!
Niet
alleen Twingo verjaarde deze maand, ook ik mocht weer een streepje achter mijn
naam zetten. Ik moest van Man de hele dag vrij houden. Wat zou hij bedacht hebben?
Al dagenlang of liever gezegd wekenlang stelde ik nieuwsgierige vragen en was
ik scherp op vage signalen of versprekingen van zijn kant. Mijn vermoedens
schoten alle kanten op, maar er was geen touw aan vast te knopen. Op oudjaarsavond hulde ik mij dan ook niets
vermoedend in mijn slobberige joggingbroek en dito vestje, nadat ik had
hardgelopen en fris en fruitig had gedoucht. Dat was echter niet de bedoeling.
Kleren aan en beneden rustig gaan zitten. Zitten en wachten. Man was boven nog druk
doende. Wachten, wachten.
Na een klein uurtje was het voor elkaar. Man vroeg mij plaats te nemen in de auto. Waar gingen we toch heen? Vlak voor de afrit Nieuwleusen riep Man plotseling dat hij iets was vergeten. Echt heel overtuigend. We moesten rechtsomkeert. Man draaide bij die afslag de snelweg wel af, maar niet om te keren. Hij reed pardoes de toerit naar de Koperen Hoogte op. De Koperen Hoogte! Asjemenou. Daar kun je heel fijn eten, naar het schijnt. Man parkeerde de auto en toverde uit de kofferbak een, jawel, koffertje. Je hebt geen koffertje nodig om te eten, dacht ik nog. Bij de receptie werd meer duidelijk. De receptiemevrouw feliciteerde mij hartelijk en overhandigde ons de sleutel van een kamer met het idyllische nummer 1001. Kamer 1001 op de 10e etage, mét jacuzzi en stoomcabine. Het duizelde me enigszins en dat kwam niet door die mooie glazen lift, die aan de buitenkant van de toren naar boven suisde.
Eten deden we op de 14e etage in restaurant La Tour, op vijftig meter hoogte. Daar wachtte ons een verrassingsdiner van maar liefst vier gangen. Op mijn dessertbordje stond met chocolade geschreven: ‘van harte gefeliciteerd’. En terwijl wij genoten van al het lekkers, draaide het restaurant langzaam in het rond. Wat een feest. Op de 15e etage namen we nog een drankje in De Maritieme Bar, gelegen boven het waterreservoir van de vroegere watertoren. De volgende morgen bleek het feest nog niet compleet. Na een heerlijk uitgebreid ontbijtbuffet reden we zuidwaarts. We gingen niet naar huis, zoveel was duidelijk. Na verloop van tijd prijkte er ineens ‘Veluwse Bron’ op de borden. Glimmend en stralend keek ik Man aan. Het werd nog een heel relaxed dagje sudderen, pruttelen en knorren. Wat een machtig mooi verjaardagscadeau.
Na een klein uurtje was het voor elkaar. Man vroeg mij plaats te nemen in de auto. Waar gingen we toch heen? Vlak voor de afrit Nieuwleusen riep Man plotseling dat hij iets was vergeten. Echt heel overtuigend. We moesten rechtsomkeert. Man draaide bij die afslag de snelweg wel af, maar niet om te keren. Hij reed pardoes de toerit naar de Koperen Hoogte op. De Koperen Hoogte! Asjemenou. Daar kun je heel fijn eten, naar het schijnt. Man parkeerde de auto en toverde uit de kofferbak een, jawel, koffertje. Je hebt geen koffertje nodig om te eten, dacht ik nog. Bij de receptie werd meer duidelijk. De receptiemevrouw feliciteerde mij hartelijk en overhandigde ons de sleutel van een kamer met het idyllische nummer 1001. Kamer 1001 op de 10e etage, mét jacuzzi en stoomcabine. Het duizelde me enigszins en dat kwam niet door die mooie glazen lift, die aan de buitenkant van de toren naar boven suisde.
Eten deden we op de 14e etage in restaurant La Tour, op vijftig meter hoogte. Daar wachtte ons een verrassingsdiner van maar liefst vier gangen. Op mijn dessertbordje stond met chocolade geschreven: ‘van harte gefeliciteerd’. En terwijl wij genoten van al het lekkers, draaide het restaurant langzaam in het rond. Wat een feest. Op de 15e etage namen we nog een drankje in De Maritieme Bar, gelegen boven het waterreservoir van de vroegere watertoren. De volgende morgen bleek het feest nog niet compleet. Na een heerlijk uitgebreid ontbijtbuffet reden we zuidwaarts. We gingen niet naar huis, zoveel was duidelijk. Na verloop van tijd prijkte er ineens ‘Veluwse Bron’ op de borden. Glimmend en stralend keek ik Man aan. Het werd nog een heel relaxed dagje sudderen, pruttelen en knorren. Wat een machtig mooi verjaardagscadeau.
woensdag 8 januari 2014
Trouwe Twingo
Ze verjaart
deze maand. Dertien wordt ze! Twingo is jarig, mijn ouwe trouwe Twingo. Ze komt
niet zo heel vaak meer buiten, maar deze week moet het even. Even moet ze de
garage uit, de januarikou in. Het is tijd voor de keuring en dat is altijd weer
een spannend moment. Zouden de heren van Kwik-Fit mankementen kunnen vinden? Twingo
is nog nooit zo goed verzorgd en vertroeteld geweest als de afgelopen paar
jaar, dus ik verwacht slechts positief bericht. Toch kan het zijn dat door het
mindere gebruik hier en daar iets uitdroogt of vergaat. Al na een paar uur komt
het verlossende bericht: Twingo is picobello in orde! De Kwik-Fitmeneer moet er
zelfs een beetje van zuchten. Zo’n oud beestje en niets te vinden. Sterker nog,
ze verkeert in prima staat en glimt en blinkt je tegemoet. Breed grijnzend
verlaten Man en ik het pand en stappen vol trots in Twingo. Ze kan nog jaren
mee. Met dank aan Man.
vrijdag 3 januari 2014
Zwartemezenpad
We
gingen wandelen in het bos.
Man en ik.
Heerlijk was het.
Mooi zonnetje.
Ruisende wind door de boomtoppen.
Het rook zalig.
Dennenbomen.
Bos.
We liepen het Zwartemezenpad.
Geen mees te bekennen.
Wel paddenstoelen.
Man en ik.
Heerlijk was het.
Mooi zonnetje.
Ruisende wind door de boomtoppen.
Het rook zalig.
Dennenbomen.
Bos.
We liepen het Zwartemezenpad.
Geen mees te bekennen.
Wel paddenstoelen.
donderdag 2 januari 2014
Looppech
Het
ging zó goed. Driemaal per week liep ik vijf kilometer hard en ik was nagenoeg
klaar voor de Stadshagenrun. Ware het niet dat… Man was inmiddels al afgehaakt.
Niet uit vrije wil, maar vanwege een zeer ongewenste spierscheuring in de kuit.
Hij kon niet anders dan een afspraak maken bij de fysiotherapeut en het
hardlopen tijdelijk staken. Ik voelde hier en daar ook wel wat. Maar meestal
gingen die pijntjes snel over. Meestal wel. Dat ene pijntje vlak naast het
scheenbeen leek wat hardnekkiger. Dat verdween maar niet. Sterker nog, het werd
steeds erger. Ook ik moest eraan toegeven, zo ging het niet langer. Met pijn in
het hart en vooral in mijn scheenbeen belde ik de fysiotherapeut. Het advies luidde:
direct stoppen met hardlopen. Nee! Nee toch? Niet echt toch? Jawel, echt toch.
Een echo wees uit dat er een dikke irritatie in de spier bij de aanhechting aan
het bot zat. Pure overbelasting. Vanaf dat moment liep ik niet meer hard, maar
bij de fysio in en uit. Eerst twee keer in de week, nu eenmaal per week. Onze
Josien kneedt wat af. Langzaamaan wordt het beter en keert de rust in de kuit
en aan het scheenbeen terug. Maar wat duurt het lang! Het duurt me veel te
lang. Afgelopen week mocht ik voor het eerst weer een stukkie hardlopen. Te
beginnen bij les één, en slechts eenmaal per week. Het voelt als een
bevrijding, eindelijk weer lopen. Het gaat best goed, maar over is die verrekte
blessure nog niet. En dat baart me zorgen. Ik geef toe, driemaal per week vijf
kilometer hardlopen was misschien iets teveel van het goede voor iemand die
voorheen nooit iets aan sport deed. Maar twee keer per week zou toch wel weer
moeten kunnen straks? De geest is uiterst gewillig en de conditie is meer dan
op peil. Daar ligt het niet aan. Het is alleen het lijf dat na een looptraining
niet zo snel herstelt als ik zou willen. En wat zeggen de kenners dan doodleuk?
“Je bent ook geen twintig meer!” En bedankt. Maar ik laat me niet uit het veld
slaan. Nooit gedacht dat ik het hardlopen zo lekker zou gaan vinden, zo erg zelfs dat ik er
verlangend naar uitkijk. Hopen maar dat 2014 mijn lijf goed gezind is.
woensdag 1 januari 2014
Abonneren op:
Posts (Atom)