In de sauna van camping Zillertal in Oostenrijk begin ik aan het vijfde
en laatste boek van mijn zomervakantieboekenleeslijst. Op aanraden van Man lees
ik De 100-jarige man die uit het raam
klom en verdween. Man heeft dit boek van Jonas Jonasson nét uit en ik
betrapte hem tijdens het lezen met regelmaat op een brede grijns of een
plotseling gegrinnik. Het móet dus wel een leuk boek zijn!
Al na een bladzijde
of vier, vijf, heb ik de smaak ook te pakken. Een werkelijk bizar verhaal
ontvouwt zich langzaam maar gestaag. Het gaat over Allan, die op zijn
honderdste verjaardag het bejaardentehuis ontvlucht. Hij gaat op avontuur met
alle gevolgen van dien. Onderweg sluiten personages van verschillend pluimage zich
bij Allen aan en openen politie en andere geïnteresseerden de jacht op hem. Het
laat Allan onverschillig. Allan is heel nuchter, kent geen angst en blijft onder
alle omstandigheden rustig en bedaard. Wonderwel is hij een ieder steeds te slim
en te snel af en dat levert absurdistische scenes op. Daarnaast is het verhaal
doorspekt met terugblikken op zijn lange avontuurlijke leven, waarin hij
betrokken is bij veel historische gebeurtenissen van de twintigste eeuw, zoals
de ontwikkeling van de atoombom. Het is werkelijk heerlijk nuchter geschreven,
met veel droge humor en een logica die je steeds weer doen glimlachen.
Ik
verorber het boek in no-time en Man en ik praten er nog wat over na. We vinden unaniem
dat dit boek verfilmd moet worden. Even googelen wijst uit dat dit natuurlijk
reeds gebeurd is. We plaatsen nog diezelfde middag de bestelling, zodat we de
film bij thuiskomt direct kunnen kijken. De film valt ons echter bar tegen. Wat
een slechte en zwakke verfilming. Dat boek verdient echt beter! Het is blijkbaar
een hele kunst een goed filmscript te schrijven op basis van een boek. Of zoals
schrijver Peter Buwalda dat onlangs in het tv-programma Zomergasten zo mooi
verwoordde: 'Een boek verfilmen is een karbonade opdrinken met een rietje'.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten