Op naar de Zwolse Halve Marathon 2017 #22
Afgelopen weekend loop ik mijn duurloop mét ibu en dat gaat prima. De
eerste helft van de 18 kilometer gaat beter dan de tweede helft, maar al met al
ben ik tevreden. Rest mij nog ‘slechts’ anderhalve week voor de Zwolse Halve
Marathon een lange duurloop van 21 kilometer te doen als voorbereiding op de
grote dag. Verder houd ik het op korte loopjes tussendoor en hier en daar wat vogeltjes
kijken. Ondertussen kneed mijn fysio vrolijk maar pittig verder.
Dan krijg ik
via Twitter een verzoek van Esther Rikken naar aanleiding van mijn laatste blog.
“Mag ik je bellen?” Natuurlijk mag dat! Google wijst uit dat Esther Rikken
presentatrice van RTV Oost is. Direct schiet er van alles door me heen. Wat zou
ze mij willen vragen? Ik weet dat zij voor RTV Oost de voorgaande jaren live
verslag deed van de Zwolse Halve Marathon en dat ze dan steeds een stukje
meeloopt met enkele deelnemers. Ook worden een paar mensen gevolgd gedurende
het live-programma. Het zal toch niet …? Even later is alles duidelijk. Dit is inderdaad
precies wél waar het om gaat! RTV Oost zoekt drie of vier ‘toppers’ of ‘helden’
om te volgen voor, tijdens en kort na de halve marathon van Zwolle. Asjemenou.
Een beetje beduusd ben ik wel. Ook heel giebelig. Zal ik het wel of niet doen?
Collega’s joelen en lachen en grinniken, zij zien het wel zitten. Man vindt het
ook geweldig. Gewoon doen! Ik wik en weeg nog even, maar eigenlijk weet ik het
ook al wel. Hoe leuk is dit? Gevonden door mijn blog en bericht op Twitter. Wat
wil ik nog meer? Superleuk.
Wat is precies de bedoeling? Esther en cameraman
komen mij thuis opzoeken voor een interview. Vervolgens filmen ze een stukje
training bij mij in de straat of buurt. Op de dag van de ZHM zelf word ik
gevolgd en is het mogelijk dat Esther gezellig een stukje met me meerent. Nu
ben ik tijdens het hardlopen meestal niet heel vrolijk of leuk aanspreekbaar,
maar ik ga mijn uiterste best doen. En lachen, ik moet vooral blijven lachen.
Bij de finish word ik dan vervolgens leuk opgewacht en kort geïnterviewd. Nu
maar hopen dat ik in juichstemming over de streep kom en nog een fatsoenlijk
woord kan uitbrengen. We gaan ervoor. Volgende week is de opname thuis; Esther
en cameraman zijn welkom.
Woonkamer op de kop
#11 (slot)
De termijn van ruim twaalf weken wachttijd is voorbij: onze meubels
zijn er! Wekenlang bivakkeerden wij op onze tuinmeubels en huisden wij in een praktisch
lege woonkamer. Het voldeed prima overigens, de weken vlogen voorbij en we
kwamen helemaal niets te kort. Heel minimalistisch eigenlijk, daar kun je best
aan wennen. Toch voelt het als een cadeautje als die vrachtwagen uiteindelijk komt
voorrijden. De bank, de kasten, een fauteuil en de zes verschillend gekleurde eetkamerstoelen.
De bezorgmeneren slepen alles naar binnen en zetten de boel netjes in elkaar.
Het is een plaatje. Wat hebben we dat mooi bij elkaar gezocht, al zeggen we het
zelf. Onze woonkamer is af! Want zelfs die donderse
deurendans is afgelopen week tot een einde gekomen. En een mooi einde!
Spuiter Upper heeft de klus geklaard. Alle deuren zijn gespoten en hangen
inmiddels glimmend en wel in hun sponningen.
Ons project ‘Woonkamer op de kop’ is nu volledig afgerond en daarmee deze elfdelige serie blogs ook. Een hele klus maar met een werkelijk prachtig resultaat.
Op naar de Zwolse Halve Marathon 2017 #21
Terug in
ons koude kikkerlandje blijft die pijn in mijn onderrug maar doorzeuren. Ook na een
dag rust verdwijnt-ie niet. Wat te doen? De oorzaak is de toenemende belasting,
dat lijkt me logisch. Hoe meer kilometers, hoe meer pijn en stijvigheid. Toch
wil ik mijn doel halen, die Zwolse Halve Marathon, al is het mét zo’n roze pil.
Maar voor altijd doorlopen met pijnstillers is natuurlijk geen oplossing. Er
zit niks anders op dan weer de fysiotherapeut bellen. Ze ontvangt me lachend: “Hé,
weer terug?” Ze onderzoekt me en constateert dat het hele bekken- en bilgebied
- de piriformisgroep - zo’n beetje vastzit en denkt de boel zeker wel weer los te kunnen krijgen.
Maar of het op tijd is? Ik vertel haar mijn doel en ze zet werkelijk alles in
om me op tijd klaar te stomen. Ze pakt mijn bekken, billen, heupen én rug flink
aan. En als ik op de grote dag dan toch nog met een ibuutje moet lopen, het zij
zo. Ik beloof haar plechtig na de ZHM braaf naar mijn lichaam te luisteren en pas
weer te gaan lopen als ik pijnvrij ben. Tussen de behandelingen door doe ik een
paar korte trainingen, maar die me vallen me helemaal niet mee. Een zere rug, pap in de benen, veel te heet, een torenhoge hartslag en een ademhaling alsof ik nog nooit eerder een rondje heb hardgelopen. De
behandelingen van de fysio vallen ook niet mee; het is alsof er elke
keer een vrachtwagen over me heen rijdt. Wat kan die meid kneden zeg. Maar
alles voor het goede doel. In de verte voel ik al wel een lichte verbetering,
de boel komt langzaam los. Nog een paar weken te gaan. Hoop zo dat het lukt,
pijnvrij die halve lopen!
Op naar de Zwolse Halve Marathon 2017 #20
Na de
euforie van het voltooien van de 10 Mijl van Zwolle-Zuid richten Man en ik onze
pijlers op de Zwolse Halve Marathon. Op 10 juni 2017 worden we geacht 21,1
kilometer te lopen. De voorbereidingen gaan dus door, we voeren het aantal
kilometers verder op. Alleen de trainingslocatie passen we iets aan voor twee weken.
Onze volgende lange duurlopen en intervaltrainingen werken we af in het altijd
fijne Italië. Lopen we van Peschiera richting Lasize of van Peschiera richting
Sirmione? Welke kant van het Gardameer nemen we? Wat een heerlijke keuzestress.
Als we straks terug zijn in Nederland, hebben we als het goed is in elk geval één
keer de achttien kilometer aangetikt.
Na een paar mooie loopjes van 10
kilometer, eentje van 16 en hier en daar wat vogeltjes kijken, komt die
onvermijdelijke training van 18 kilometer eraan. Het is die dag bewolkt met hier
en daar kans op wat regen; prima hardloopweer dus. Tenminste, als die beloofde
regen dan bij voorkeur pas begint op de terugweg. Met een ibuprofen tegen de
pijn in mijn onderrug – waar komt die nou ineens vandaan – ren ik de camping af.
Op naar Sirmione. Ik start rustig, wetende dat 18 kilometer een heel eind is.
Bovendien is hier in Italië niks plat of vlak, er zijn veel heuvels en er is een
heleboel vals plat. Mijn loop gaat voorspoedig en op het keerpunt van 9 kilometer
begint het licht te regenen. Ik neem een winegum voor wat snelle energie en
vang de terugweg aan, die in het begin lekker naar beneden loopt. Heerlijk die
regen. Maar al snel houdt het op met zachtjes regenen, het wordt vrij serieus.
Ook hoor ik dwars door mijn oortjes met muziek heen dat het rommelt in de
verte. Fijn zeg, zo in Italië. Maar ach, hoe mooi is het eigenlijk, lopen in
Italië! Wie wil dat nou niet? Regen of geen regen. Het is alsof de weergoden
het horen, want met nog zo’n drie kilometer voor de boeg begint het te
stortregenen. Alle sluizen gaan open. Langzaam voel ik het water overal
doorsijpelen, er is geen houden meer aan. Mijn schoenen lopen vol en ik waad
mij door bakken vol met water. De straten staan blank, de stoepen worden
rivieren. Die stoepen in Italië hebben weliswaar minstens vijf putten per
vierkante meter, maar deze hoeveelheid water kunnen ze echt niet aan. Ik loop
door en ik loop door. Het is best grappig. En koud is het zeker niet. Alleen
nat, erg nat. Door- en doornat. Wielrenners komen joelend en zwaaiend voorbij gereden
en moedigen me aan. Wat een jolijt. Ik joel terug en geef me helemaal over aan
de regen, hoe heerlijk. Ik zie andere fietsers en wandelaars angstvallig schuilen
onder bomen. Ik ga niet schuilen, ik loop lekker door. Natter dan dit kan ik
niet worden. De bewakingsmeneer bij de camping kijkt me meewarig aan, maar of
het nu uit medelijden of bewondering is, weet ik niet. Ik lach breeduit naar
hem en geniet van elke plons-stap die ik nog zet. Ik vind het fantastisch, wat
maakt die regen nou uit! En ik loop hier gewoon wel ‘even’ achttien kilometer.
Helemaal hieperdepieper blij en gelukkig stap ik met kleren en al onder de
douche.