vrijdag 19 mei 2017

Pioggia del Garda

Op naar de Zwolse Halve Marathon 2017 #20

Na de euforie van het voltooien van de 10 Mijl van Zwolle-Zuid richten Man en ik onze pijlers op de Zwolse Halve Marathon. Op 10 juni 2017 worden we geacht 21,1 kilometer te lopen. De voorbereidingen gaan dus door, we voeren het aantal kilometers verder op. Alleen de trainingslocatie passen we iets aan voor twee weken. Onze volgende lange duurlopen en intervaltrainingen werken we af in het altijd fijne Italië. Lopen we van Peschiera richting Lasize of van Peschiera richting Sirmione? Welke kant van het Gardameer nemen we? Wat een heerlijke keuzestress. Als we straks terug zijn in Nederland, hebben we als het goed is in elk geval één keer de achttien kilometer aangetikt.


Na een paar mooie loopjes van 10 kilometer, eentje van 16 en hier en daar wat vogeltjes kijken, komt die onvermijdelijke training van 18 kilometer eraan. Het is die dag bewolkt met hier en daar kans op wat regen; prima hardloopweer dus. Tenminste, als die beloofde regen dan bij voorkeur pas begint op de terugweg. Met een ibuprofen tegen de pijn in mijn onderrug – waar komt die nou ineens vandaan – ren ik de camping af. Op naar Sirmione. Ik start rustig, wetende dat 18 kilometer een heel eind is. Bovendien is hier in Italië niks plat of vlak, er zijn veel heuvels en er is een heleboel vals plat. Mijn loop gaat voorspoedig en op het keerpunt van 9 kilometer begint het licht te regenen. Ik neem een winegum voor wat snelle energie en vang de terugweg aan, die in het begin lekker naar beneden loopt. Heerlijk die regen. Maar al snel houdt het op met zachtjes regenen, het wordt vrij serieus. Ook hoor ik dwars door mijn oortjes met muziek heen dat het rommelt in de verte. Fijn zeg, zo in Italië. Maar ach, hoe mooi is het eigenlijk, lopen in Italië! Wie wil dat nou niet? Regen of geen regen. Het is alsof de weergoden het horen, want met nog zo’n drie kilometer voor de boeg begint het te stortregenen. Alle sluizen gaan open. Langzaam voel ik het water overal doorsijpelen, er is geen houden meer aan. Mijn schoenen lopen vol en ik waad mij door bakken vol met water. De straten staan blank, de stoepen worden rivieren. Die stoepen in Italië hebben weliswaar minstens vijf putten per vierkante meter, maar deze hoeveelheid water kunnen ze echt niet aan. Ik loop door en ik loop door. Het is best grappig. En koud is het zeker niet. Alleen nat, erg nat. Door- en doornat. Wielrenners komen joelend en zwaaiend voorbij gereden en moedigen me aan. Wat een jolijt. Ik joel terug en geef me helemaal over aan de regen, hoe heerlijk. Ik zie andere fietsers en wandelaars angstvallig schuilen onder bomen. Ik ga niet schuilen, ik loop lekker door. Natter dan dit kan ik niet worden. De bewakingsmeneer bij de camping kijkt me meewarig aan, maar of het nu uit medelijden of bewondering is, weet ik niet. Ik lach breeduit naar hem en geniet van elke plons-stap die ik nog zet. Ik vind het fantastisch, wat maakt die regen nou uit! En ik loop hier gewoon wel ‘even’ achttien kilometer. Helemaal hieperdepieper blij en gelukkig stap ik met kleren en al onder de douche.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten