De
juiste vervoeging van yogaën is:
ik yoga – ik yogade
jij/hij/zij yogaat – jij/hij/zij yogade
wij/jullie/zij yogaën – wij/jullie/zij yogaden
jij hebt geyogaad
de yogaënde mensen
Vergelijkbare werkwoorden zijn:
iaën ('balken als een ezel'): ik ia, jij/hij/zij iaat, iade(n), geïaad
saunaën ('de sauna bezoeken'): ik sauna, jij/hij/zij saunaat, saunade(n), gesaunaad
zumbaën ('aan zumba doen'): ik zumba, jij/hij/zij zumbaat, zumbade(n), gezumbaad
Werkwoorden
die zijn afgeleid van een woord dat op een o eindigt,
worden op een
vergelijkbare manier vervoegd:
dominoën: ik domino, jij/hij/zij dominoot, dominode(n), gedominood
echoën: ik echo, jij/hij/zij echoot, echode(n), geëchood
jojoën: ik jojo, jij/hij/zij jojoot, jojode(n), gejojood
judoën: ik judo, jij/hij/zij judoot, judode(n), gejudood
kanoën: ik kano, jij/hij/zij kanoot, kanode(n), gekanood
poloën: ik polo, jij/hij/zij poloot, polode(n), gepolood
Weer wat geleerd! Dat yogaat toch rustiger. Met dank aan Onze Taal.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten