maandag 24 september 2018

Pino en Giulietta (2/3)

Mijn laatste vakantieverhaal wijd ik geheel aan onze overburen op de camping in Italië. Als ik aan hen terugdenk, verschijnt er direct een glimlach op mijn gezicht. Wat een prachtig stel. We hebben veertien dagen naar ze mogen kijken en zijn gewoon een beetje van ze gaan houden. Twee oude, rasechte Italianen, en als we tien woorden met ze hebben gewisseld, is het veel. Toch schept het een band, overburen zijn. Deel 2 van een drieluik.
Vakantieverhalen (9 deel 2/3)

In onze tweede week treedt er een verandering op bij onze campingoverburen. Er verschijnt ineens een familiemeneer met een grote bus. Zij veegt en veegt en Pino haalt het hokje en het schuurtje leeg. Dat alles in een wel heel relaxed tempo. Er wordt net als elke dag gewoon rustig en uitgebreid gegeten en gedronken en de man met de bus blijft slapen, een nachtje of drie. Ook het middagdutje van Pino wordt zeker niet overgeslagen. Er wordt opgeruimd, maar rustig aan en slechts in de schamele tijd die rest tussen de dagelijkse beslommeringen door. Doosje ... voor ... doosje. En de puinhoop wordt met het uur groter en groter, wat een uitdragerij.

Zo begint het er toch serieus op te lijken dat ze de boel opbreken. Zal wel voor de winter zijn, vermoeden wij, want alles wijst erop dat ze hier een seizoensplek hebben. Iedere ochtend bij het ontbijt speculeren wij wat er die dag bij hen staat te gebeuren. Als we een dagje weg zijn, gokken we de stand van zaken bij terugkomst. Steeds weer zitten we er faliekant naast. Het schiet niet op. Na een aantal dagen blijkt de man met bus wel te zijn vertrokken en het geheel ziet er zowaar een beetje netjes uit. Ze zullen een dezer dagen dan zelf ook wel vertrekken.

Maar ze vertrekken niet. Nee, de ontruiming gaat gestaag door! Met z’n tweetjes, stap voor stap, hier een scheerlijn, daar een tentflap. Zij maakt alles grondig schoon, overal gaat een lapje over. En ze blijft maar vegen. Hij scharrelt rond, doet hier wat, daar wat. En weer een tukkie. Onder de boom, vlak aan de straat, en snurken maar. Voorbijlopende campinggasten schieten in de lach en beginnen spontaan te fluisteren.

Hoe dan ook, langzaamaan wordt de caravan zichtbaar en dat levert een nieuw inkijkje op. Die ouwe Tabbert zit werkelijk tot aan de nok toe volgestouwd. Het is een wonder dat ze er zelf nog in kunnen slapen. En waar moeten ze heen met al die losse spullen die er nog buiten liggen? Een ding is duidelijk: ze gaan vertrekken, en wel met hun héle hebben en houden.

Benieuwd hoe het de oudjes verder vergaat? Deel 3, het slot van dit drieluik, volgt binnenkort.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten