Mijn
laatste vakantieverhaal wijd ik geheel aan onze overburen op de camping in
Italië. Als ik aan hen terugdenk, verschijnt er direct een glimlach op mijn
gezicht. Wat een prachtig stel. We hebben veertien dagen naar ze mogen kijken
en zijn gewoon een beetje van ze gaan houden. Twee oude, rasechte Italianen, en
als we tien woorden met ze hebben gewisseld, is het veel. Toch schept het een
band, overburen zijn. Het slot van een
drieluik.
Vakantieverhalen
(9-slot)
Onze eigen
laatste campingdag is aangebroken. Binnen een ochtend hebben wij de boel
ingepakt en voor mekaar. Opgeruimd, schoon en wel en klaar voor vertrek. Wie
zou er eerder weg zijn? Onze oude overbuurtjes of wij? Het zal erom spannen,
hoewel, zij zouden het met gemak ook nog een paar dagen kunnen rekken natuurlijk.
Het
moment is daar dat hun caravan een stukje verplaatst moet worden, zodat Pino de
auto er goed voor kan rijden. Man en ik springen op om te helpen duwen en
trekken. Zo’n volle en loeizware caravan krijgen die twee mensjes toch niet in
hun uppie van de plek?
Als de
caravan eenmaal is aangehaakt, lijkt het erop dat Pino wil wegrijden. Wij zien
dat de elektriciteitskabel nog in de caravan zit, maar gaan ervan uit dat Pino
dat ook wel weet. Niet dus. Pino geeft gas en Man springt op, brult ‘ho’ en
rent erheen. Maar ook hier blijven de oudjes heel rustig onder en met handen en
voeten geven ze blijk van grote dank.
Pino
vertrekt met caravan, maar zonder zijn vrouw. Zij ziet onze verbazing en schiet
in de lach. Italiaans of niet, ze maakt ons heel duidelijk dat hij écht niet
zonder haar vertrekt hoor. Op de plek ligt nog een stapel grondzeilen. We
bieden aan ze weg te brengen maar dat wimpelt ze resoluut af. Pino zal zo wel
terugkomen. Maar waar blijft-ie dan? Het duurt maar en duurt maar. Zij
schuifelt een paar plekken verderop en buurt nog wat bij vrienden. Er lijkt
geen einde te komen aan hun vertrek.
Wij
wachten hun definitieve aftocht niet langer af en gaan voor onze laatste duik
naar de zee. Het kan nog uren duren voordat ze echt vertrekken. En ja hoor, als
we teruglopen naar onze plek spotten we het stel doodleuk een straatje
verderop, rustig op de koffie bij vrienden of bekenden. Ze nemen kennelijk de
hele dag de tijd om afscheid te nemen van, nou ja, zo’n beetje iedereen. Bij
onze caravan aangekomen, ontdekken we een fles wijn op onze tafel. We kijken
elkaar grijnzend aan: het zal toch niet ...? En het is niet zomaar een wijntje,
deze is oprecht met zorg uitgezocht! Ze hebben dus al die tijd ook heel goed
naar óns gekeken, dat blijkt. Wat een schatten.
Even
later komen ze gearmd aangelopen en we slaken spontaan allerhartelijkste kreten
en mille grazie’s naar elkaar uit. Man vertelt in zijn beste Italiaans, of is
het Frans, over onze liefde voor Italië, het Gardameer, Verona en de
overheerlijke wijnen uit die streek, waaronder diegene die we net van hen hebben gekregen. Ze glunderen van oor
tot oor bij het horen van ‘Verona’. Het is hun woonplaats en Pino grijpt zijn
vrouw vast en wijst trots naar haar: “Mio Giulietta”! We schudden handen en
zwaaien ze uit, als vrienden voor het leven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten