En wéér
is Twingo goedgekeurd. Met vlag en wimpel is ze ook dit jaar weer door de
keuring gekomen. Al vijftien jaar rijd ik in het trouwe beestje rond en tot op
de dag van vandaag zijn we goede vrienden. Trouwe vrienden. Wie of waar zou ik
zijn zonder haar? Als ik het eerlijk en vooral praktisch beschouw, heb ik haar
niet zo vaak meer nodig. Ze staat langdurig op stal en als ze eruit mag, maakt
ze weinig kilometers. Wel wordt ze uitermate goed vertroeteld door Man. Maar zo
nu en dan, bij nacht en ontij en bij wisselende werktijden is ze ons nog altijd
graag van dienst. Ik moet er niet aan denken dat ze er niet meer is.
Laatst
reed ik in Twingo naar yogales en uit de radio klonk De Staat van Stasse. In dit radiofeuilleton mogen luisteraars
bellen als ze die dag iets bijzonders hebben meegemaakt. Ik viel midden
in een gesprek met een mevrouw, die die dag afscheid had genomen van haar auto.
De band met haar auto was dusdanig, dat ze een heuse afscheidsdienst voor de
auto had georganiseerd. Haar Mazda 121 was altijd trouw en warm geweest, maar
helaas was onlangs het motorblokje ontploft. Er was geen eer meer aan te
behalen en het ging haar zeer aan het hart. Vandaar de afscheidsdienst. Mevrouw
had familie, vrienden en buren uitgenodigd, er werd muziek gedraaid en zijzelf
hield een toespraak, waarin ze herinneringen aan haar auto ophaalde. Een
trieste doch mooie ceremonie, als dank voor de goede tijd die ze samen hadden
doorgemaakt. Ik vond het ietwat gek, maar voelde tegelijkertijd ook wel sympathie,
of zelfs empathie voor mevrouw. Ik kon me er, gezien mijn eigen relatie met Twingo,
toch iets bij voorstellen. Dat je op een of andere manier op symbolische wijze
afscheid wilt nemen, mochten de wegen scheiden. Ik luisterde aandachtig naar
het verhaal van mevrouw en werd vooral nieuwsgierig naar de duur van hun
relatie. Hoe lang waren zij en haar Mazdaatje bij elkaar geweest? Al snel kwam
het antwoord: drie jaar. Ik proestte het uit. Drie jaar? Dat is helemaal niks
in vergelijking met mij en Twingo. Wij zijn al vijftien jaar samen! Wat moet ik
dan wel niet als Twingo komt te overlijden? Dan is zo’n afscheidsdienst slechts
een bijkomstigheidje. Hopelijk blijft Twingo nog vele jaren onder ons, gezond
en wel. Maar mocht het eens zover komen, lijkt een week van nationale rouw mij meer
op zijn plaats.
dinsdag 22 december 2015
woensdag 21 oktober 2015
Nico en het vriendelijkste kassameisje - deel 3 (slot)
'Nieuwe
baan’, staat er op het briefje dat Kassameisje zojuist in onze handen drukt.
Nee toch, onze meest fantastische kassière gaat ons verlaten! We kijken beteuterd
achterom, maar Kassameisje houdt haar blik strak op de boodschappen van de
volgende klant. Omdat ze aangeeft dat niemand het nog weet, kunnen we
natuurlijk niet teruglopen om haar om opheldering te vragen. Even zijn we er
stil van, uit het lood geslagen, niet wetende wat te doen. Langzaam lopen we
naar de auto. Wat kunnen we anders? Wat lief van Kassameisje dat ze ons laat
weten dat ze weggaat. Dat ze ons niet zomaar onwetend achterlaat. Wat een
schat. We vinden het helemaal niet leuk en vooral niet gezellig dat ze gaat,
maar uiteraard gunnen wij haar van harte een nieuwe baan. Ze is niet voor niets
zo slim, dus dat ze ééns vertrekt lijkt ons niet meer dan logisch. We kopen een
kaartje voor haar, dat we de volgende keer tussen de boodschappen op de band
leggen. Als ze er dan nog is, tenminste. Een kaartje om haar te bedanken voor
haar vriendelijkheid en om haar succes te wensen in haar nieuwe baan. Doordat
we niet weten wanneer ze precies voor het laatst is, lopen we de dagen erna
regelmatig, speciaal voor haar, even bij de AH naar binnen – met ons kaartje –
langs de kassa’s. Maar Kassameisje is er steeds niet. Dan maar op goed geluk op
de volgende donderdagavond gokken. Terwijl Man en kleine heks die avond met hun
armen vol flessen naar de automaat lopen, loop ik naar de karren en speur de
kassa’s af. Ze zit er! Maar net op dat moment zie ik haar opstaan, haar kassa
sluiten en de winkel in lopen. Ik ruk een kar uit het rek en zet de
achtervolging in. Ik moet snel zijn, want straks verdwijnt ze achter de
coulissen en zien we haar nooit meer terug. Ik negeer Chef Nico en scheer langs
hem heen, geen tijd te verliezen. Hem zullen we nog vaak genoeg zien. Ik check
alle paden, hoeken en gaten van de winkel, maar zie haar nergens. Man en Kleine
Heks haken aan en zoeken mee. We vinden haar onder de lopende band van haar
kassa, in de weer met winkelmandjes. Ze kijkt verbaasd en blij tegelijk als wij
met onze lege kar zo ineens voor haar neus staan en ze begroet ons hartelijk.
Ik overhandig haar het kaartje en zeg dat we haar vreselijk zullen missen. We
zijn blij dat we haar toch nog treffen. Ze is blij verrast. Nadat we onze
boodschappen hebben gedaan, sluiten we voor de laatste keer aan in de rij van
Kassameisje. Nog eenmaal het boodschappenspel, maar Man en Kassameisje zitten
beiden faliekant naast het eindtotaal. Maar € 111,11 is ook een mooi bedrag om
mee af te sluiten, niet waar? We nemen afscheid van elkaar, maar vermoedelijk niet
voor eeuwig. Kassameisje gaat werken bij PEC Zwolle. En ach, daar komen we ook nog wel
eens. Maar de donderdagavond zal nooit meer hetzelfde zijn.
zondag 18 oktober 2015
Nico en het vriendelijkste kassameisje - deel 2
Een week
later betreden Man en ik weer de Appie. Nico is deze keer nergens te bekennen. Ach,
die man heeft natuurlijk ook wel eens een dag vrij. Het scheelt wel in tijd,
Man en ik vliegen door de winkel heen. Terwijl we gebukt staan over de
koelvitrine met vleeswaren, word ik ineens van achteren bij mijn schouders
gegrepen. Ik schrik me een hoedje. Nico in de bocht. Had hij ons toch bijna
gemist! Hij kijkt in onze winkelwagen en vraagt of ik wel eens perssinaasappels
koop. Hij heeft namelijk nog een kissie
achter staan, met sinaasappels waarvan de netjes kapot zijn. Die mag hij niet
meer verkopen en dat vindt Nico hartstikke zonde. Hij geeft ze graag aan ons
mee. Voor we het weten plant hij een hele kist op het krattenrek van onze kar.
Maar hoe komen we daarmee fatsoenlijk langs de kassa? Geen probleem, we hoeven
slecht het toverwoord ‘Nico’ te roepen, aldus onze Chef. Beduusd shoppen we
verder. Die Nico is me er wel eentje. Tijd om af te rekenen. Onze favoriete
kassière is present en we sluiten aan in de rij, hoe lang die ook is. Ons
kassameisje is namelijk niet alleen vriendelijk, maar ook nog eens slim en
snel. En gezellig bovendien. Waar vind je deze combinatie nog? Voor zo’n
toppertje wil je echt wel wat langer in de rij staan. Man en Kassameisje doen
elke week een spelletje. Voor hoeveel euro’s liggen er boodschappen op de band?
Beiden maken van te voren een inschatting en het is altijd weer spannend wie er
wint. Mensen achter ons in de rij slaan het tafereeltje nieuwsgierig gade. Je
hoort ze denken: wat een jolijt, maar schiet eens een beetje op zeg. Dit keer
zitten Man en Kassameisje beiden flink naast het totaalbedrag maar dat drukt de
pret niet. We grappen en grollen nog wat af. Man pint en neemt de bon in
ontvangst. Kassameisje vraagt ons nog heel even te wachten. Ze scheurt een stuk
kassabon van de rol en krabbelt er snel iets op. Terwijl ze tegen ons mompelt:
‘Niet iedereen hier weet het’, drukt ze het briefje in onze handen en gebaart
ons weg te gaan. Verbaasd rijden we met onze kar richting de uitgang. We lezen
het briefje en kijken elkaar geschrokken aan.
woensdag 14 oktober 2015
Nico en het vriendelijkste kassameisje - deel 1
Donderdagavond
is boodschappenavond. Hét moment waarop Man en ik boodschappen doen voor de week
die komen gaat. Samen stellen we eerst het eetplan op en werken dit vervolgens uit
tot een boodschappenlijst. Man beschouwt deze wekelijkse gang naar de
supermarkt als een heus uitje. Ikzelf zie het meer als een noodzakelijk
gebeuren, maar gezellig is het wel. Ook doet het aanwezige personeel erg zijn
best het ons naar de zin te maken. Neem nu Nico. Nico is Chef Groente en Fruit
en lijkt ons iedere week wel op te wachten. Hij begroet ons hartelijk en begint
steevast een praatje. Heel gezellig hoor. Maar even anoniem en vooral snel
boodschappen doen is er dus niet meer bij. Meestal loopt Man bij binnenkomst direct
door naar de legeflessenautomaat en start ik bij de groente-afdeling met het
afwerken van onze lijst. Nico heeft Man nu net gemist en ziet mij alleen tussen
de groenteschappen door schuifelen. Hij komt naar me toe en vraagt of Man ziek
is. Of misschien geen zin heeft. Of het allemaal aan mij alleen overlaat
vandaag. Ik stel Nico gerust en wijs naar Man, die met het legeflessenbonnetje aan
komt lopen. De heren gaan uitvoerig in gesprek. Over de aanstaande verbouwing. Onze
Appie gaat binnenkort op de schop. Een drastische verbouwing, de winkel gaat
bijna twee weken dicht. Nico vertelt er uitgebreid over en voor we het weten
staan we met z’n drieën achter de coulissen van onze grootgrutter. Daar achter
die klapdeuren, waarvandaan altijd zware rolcontainers vol voorraad de winkel
binnendenderen, blijken enorm grote ruimtes schuil te gaan. Al die ruimte is
voor de voorraad echt overbodig. Nico vertelt dat die ruimtes straks dan ook
bij het winkeloppervlak worden getrokken. De rondleiding reikt tot achter in de
koelcellen, Nico loodst ons door de hele tent heen. Man en ik kijken elkaar aan
en schieten in de lach. Leuk om te zien, maar zullen we nu weer verder met
boodschappen doen? Met moeite maken we ons van Nico los. We danken hem
hartelijk voor dit inkijkje achter de schermen en wensen hem een goede week. Op
naar de kassa. Waar is onze favoriete kassière?
zondag 13 september 2015
Schrijfjuf
De juf in
mij is geboren. Ze is er, gezond en wel en blakend van enthousiasme. De
zwangerschap duurde dik twintig jaar, maar wat in het vat zit, verzuurt niet. Afgelopen
week gaf ik mijn allereerste training ooit. Een eigen workshop!
Vroeger wilde ik altijd al juf worden. Kleuterjuf dan wel te verstaan. Van kleins af aan speelde ik schooltje met mijn vriendinnetje of met mijn poppen en beren. Na de middelbare school stond ik voor de keuze. Welke opleiding ging ik volgen? De kleuterjuffenschool bleek te zijn opgeheven. Opgeslokt door de Pabo. Mooi pech, want de Pabo zag ik echt niet zitten. Lesgeven aan oudere kinderen was niets voor mij. Ik liet de droom varen.
Maar het bleef een dingetje: spreken voor een groep, spreken in het openbaar. Niet iets wat ik van nature makkelijk deed, maar wat ik wel heel graag wilde kunnen. Jarenlang ging ik het uit de weg; iets zeggen voor een clubje van meer dan twee of drie mensen was niet bepaald mijn ding. Ik kreeg acuut een rood hoofd, begon te stamelen of erger nog, ik sloeg dicht. Al die ogen op mij gericht zorgde ervoor dat ik geen flauw idee had wat ik moest zeggen. Bovendien, als ik al wat te zeggen had, was dat toch helemaal niet interessant? Een behoorlijk staaltje van onzekerheid hield mij in de greep.
Maar toch groeide ik er heel langzaam naartoe. Het begon met vragen van collega’s. Vragen over taal en vragen over het maken van notulen of andere schrijfsels. Steeds vaker belden ze mij. Af en toe werd er wel gegrapt of ik niet eens een workshop zou kunnen geven. Ik ging er niet serieus op in, ik zou dat immers nooit durven. Maar drie naaste collega’s gingen erop door. Als ik hen nu eens een training schrijven zou geven, dan sloegen we twee vliegen in een klap. Zij leerden iets over taal en schrijven, en ik leerde spreken voor de groep. Hoeveel veiliger wil je beginnen?
Ik greep de kans en werkte onder deskundige begeleiding van Lydia langzaam maar gestaag naar het geven van een training. Lydia en ik bedachten en werkten uit, oefenden en oefenden. En prikten een datum. Het ging gebeuren: de dag waarop ik mijn eerste training gaf, samen met Lydia. En wat dacht je? Ik heb het overleefd! De bevalling was erg spannend maar zeker niet zwaar, ik vond het geweldig om te doen. En mijn naaste collega’s? Die vonden de training geslaagd en leuk en maken nu aan de lopende band reclame voor de training. Met als gevolg dat de aanmeldingen binnenstromen. Mijn eerste stapjes in de wereld van de trainingen zijn gezet en het smaakt naar meer. Tijd voor beschuit met muisjes.
Vroeger wilde ik altijd al juf worden. Kleuterjuf dan wel te verstaan. Van kleins af aan speelde ik schooltje met mijn vriendinnetje of met mijn poppen en beren. Na de middelbare school stond ik voor de keuze. Welke opleiding ging ik volgen? De kleuterjuffenschool bleek te zijn opgeheven. Opgeslokt door de Pabo. Mooi pech, want de Pabo zag ik echt niet zitten. Lesgeven aan oudere kinderen was niets voor mij. Ik liet de droom varen.
Maar het bleef een dingetje: spreken voor een groep, spreken in het openbaar. Niet iets wat ik van nature makkelijk deed, maar wat ik wel heel graag wilde kunnen. Jarenlang ging ik het uit de weg; iets zeggen voor een clubje van meer dan twee of drie mensen was niet bepaald mijn ding. Ik kreeg acuut een rood hoofd, begon te stamelen of erger nog, ik sloeg dicht. Al die ogen op mij gericht zorgde ervoor dat ik geen flauw idee had wat ik moest zeggen. Bovendien, als ik al wat te zeggen had, was dat toch helemaal niet interessant? Een behoorlijk staaltje van onzekerheid hield mij in de greep.
Maar toch groeide ik er heel langzaam naartoe. Het begon met vragen van collega’s. Vragen over taal en vragen over het maken van notulen of andere schrijfsels. Steeds vaker belden ze mij. Af en toe werd er wel gegrapt of ik niet eens een workshop zou kunnen geven. Ik ging er niet serieus op in, ik zou dat immers nooit durven. Maar drie naaste collega’s gingen erop door. Als ik hen nu eens een training schrijven zou geven, dan sloegen we twee vliegen in een klap. Zij leerden iets over taal en schrijven, en ik leerde spreken voor de groep. Hoeveel veiliger wil je beginnen?
Ik greep de kans en werkte onder deskundige begeleiding van Lydia langzaam maar gestaag naar het geven van een training. Lydia en ik bedachten en werkten uit, oefenden en oefenden. En prikten een datum. Het ging gebeuren: de dag waarop ik mijn eerste training gaf, samen met Lydia. En wat dacht je? Ik heb het overleefd! De bevalling was erg spannend maar zeker niet zwaar, ik vond het geweldig om te doen. En mijn naaste collega’s? Die vonden de training geslaagd en leuk en maken nu aan de lopende band reclame voor de training. Met als gevolg dat de aanmeldingen binnenstromen. Mijn eerste stapjes in de wereld van de trainingen zijn gezet en het smaakt naar meer. Tijd voor beschuit met muisjes.
zondag 6 september 2015
Elf seconden
Voor de
tweede maal in mijn hardloopbestaan nam ik deel aan de jaarlijkse Salverda
Berkumloop. Dit keer had Man flink veel overtuigingskracht nodig om mij over te
halen. Het leek me helemaal niks! Gezien mijn ervaring van vorig jaar was de
Berkumloop nu niet bepaald iets waar ik naar uitkeek. Misselijk en helemaal
kapot kwam ik na vijf kilometer de finish over (zie mijn eerste wedloop). Ik
boekte weliswaar een persoonlijk record, maar ervan genoten had ik bepaald niet.
Ik was er ziek van. Nu schreven we ons in voor de tienkilometerloop. Die
afstand liep ik al maanden, dus ik wist dat ik het kon. Maar hoe zorgde ik ervoor
dat ik niet weer compleet opgebrand de eindstreep haalde? Ik moest me in elk
geval niets van al die hardlopers om mij heen aantrekken. Ik moest gewoon goed
mijn hartslag in de gaten houden en me niet laten verleiden harder te gaan lopen
en zo buiten adem te raken. Laat die snelle gasten mij maar inhalen, ik liet me
deze keer niet gekmaken. De dag was daar. Met een gemiddelde hartslag van 150
liep ik mijn kilometers, in mijn eigen tempo. En dat ging prima! Heel prima
eigenlijk, superrelaxed. Zo was het goed te doen en zou ik niet beroerd thuiskomen.
Wat was het ook gezellig, met al die enthousiaste mensen langs de kant. Wat een
vrolijke boel. Het regende licht maar dat mocht de pret niet drukken. Een
beetje frissigheid tijdens het hardlopen was zelfs best welkom. Ik liep
heerlijk en bijna fluitend rende ik de laatste meters naar de finish. Zo was het
hartstikke leuk, meedoen aan zo’n wedloop! Ik was heel tevreden en blij dat Man
mij toch had weten over te halen. Moe maar voldaan wachtten Man en ik thuis op
de bank op de uitslag. Het is toch leuk om te weten hoe snel je (netto)
gelopen hebt. Zou ik het binnen het uur hebben volbracht? Dat zou toch leuk
zijn. Daar was de uitslag. En wat was mijn tijd? 1:00:11. Eén uur en elf
seconden. Net die elf seconden, foei toch! Daar baalde ik stiekem van. Wat was
nou elf seconden? Ik had best de ruimte gehad om in de laatste kilometer nog even
kort aan te zetten en zo een leuke 59:59 te lopen. Maar hé, relaxed was het
wel.
woensdag 2 september 2015
Deuren van Toscane
Wat is Italië
toch mooi. Of beter gezegd: wat vind ik Toscane toch mooi! Niet alleen het
landschap is verbluffend mooi, zoals ik al eerder schreef over dat prachtige
decor waarin het Teatro del Silenzio zich bevindt. Maar ook de dorpjes stralen die
typisch Toscaanse schoonheid uit. De straten en steegjes, de gevels met
doorgangetjes en trappetjes. De rijkelijk met bloemen versierde balkonnetjes en
niet te vergeten de deuren. Deuren, te kust en te keur. Statige oude deuren en
moderne frisse deuren, allemaal verschillend. Een ding hebben ze gemeen: ze
passen zo perfect in het Toscaanse kleurenpalet. Ik heb er een aantal voor u
geportretteerd. Mijn favoriet: nummer 17. Die grijze en grijsverweerde tinten….
geniet mee!
woensdag 26 augustus 2015
De 100-jarige man die uit het raam klom en verdween
In de sauna van camping Zillertal in Oostenrijk begin ik aan het vijfde
en laatste boek van mijn zomervakantieboekenleeslijst. Op aanraden van Man lees
ik De 100-jarige man die uit het raam
klom en verdween. Man heeft dit boek van Jonas Jonasson nét uit en ik
betrapte hem tijdens het lezen met regelmaat op een brede grijns of een
plotseling gegrinnik. Het móet dus wel een leuk boek zijn!
Al na een bladzijde of vier, vijf, heb ik de smaak ook te pakken. Een werkelijk bizar verhaal ontvouwt zich langzaam maar gestaag. Het gaat over Allan, die op zijn honderdste verjaardag het bejaardentehuis ontvlucht. Hij gaat op avontuur met alle gevolgen van dien. Onderweg sluiten personages van verschillend pluimage zich bij Allen aan en openen politie en andere geïnteresseerden de jacht op hem. Het laat Allan onverschillig. Allan is heel nuchter, kent geen angst en blijft onder alle omstandigheden rustig en bedaard. Wonderwel is hij een ieder steeds te slim en te snel af en dat levert absurdistische scenes op. Daarnaast is het verhaal doorspekt met terugblikken op zijn lange avontuurlijke leven, waarin hij betrokken is bij veel historische gebeurtenissen van de twintigste eeuw, zoals de ontwikkeling van de atoombom. Het is werkelijk heerlijk nuchter geschreven, met veel droge humor en een logica die je steeds weer doen glimlachen.
Ik verorber het boek in no-time en Man en ik praten er nog wat over na. We vinden unaniem dat dit boek verfilmd moet worden. Even googelen wijst uit dat dit natuurlijk reeds gebeurd is. We plaatsen nog diezelfde middag de bestelling, zodat we de film bij thuiskomt direct kunnen kijken. De film valt ons echter bar tegen. Wat een slechte en zwakke verfilming. Dat boek verdient echt beter! Het is blijkbaar een hele kunst een goed filmscript te schrijven op basis van een boek. Of zoals schrijver Peter Buwalda dat onlangs in het tv-programma Zomergasten zo mooi verwoordde: 'Een boek verfilmen is een karbonade opdrinken met een rietje'.
Al na een bladzijde of vier, vijf, heb ik de smaak ook te pakken. Een werkelijk bizar verhaal ontvouwt zich langzaam maar gestaag. Het gaat over Allan, die op zijn honderdste verjaardag het bejaardentehuis ontvlucht. Hij gaat op avontuur met alle gevolgen van dien. Onderweg sluiten personages van verschillend pluimage zich bij Allen aan en openen politie en andere geïnteresseerden de jacht op hem. Het laat Allan onverschillig. Allan is heel nuchter, kent geen angst en blijft onder alle omstandigheden rustig en bedaard. Wonderwel is hij een ieder steeds te slim en te snel af en dat levert absurdistische scenes op. Daarnaast is het verhaal doorspekt met terugblikken op zijn lange avontuurlijke leven, waarin hij betrokken is bij veel historische gebeurtenissen van de twintigste eeuw, zoals de ontwikkeling van de atoombom. Het is werkelijk heerlijk nuchter geschreven, met veel droge humor en een logica die je steeds weer doen glimlachen.
Ik verorber het boek in no-time en Man en ik praten er nog wat over na. We vinden unaniem dat dit boek verfilmd moet worden. Even googelen wijst uit dat dit natuurlijk reeds gebeurd is. We plaatsen nog diezelfde middag de bestelling, zodat we de film bij thuiskomt direct kunnen kijken. De film valt ons echter bar tegen. Wat een slechte en zwakke verfilming. Dat boek verdient echt beter! Het is blijkbaar een hele kunst een goed filmscript te schrijven op basis van een boek. Of zoals schrijver Peter Buwalda dat onlangs in het tv-programma Zomergasten zo mooi verwoordde: 'Een boek verfilmen is een karbonade opdrinken met een rietje'.
zondag 23 augustus 2015
Colman
En dóór met het vierde boek van mijn zomervakantieboekenleeslijst. Nadat
ik eerder dit jaar Heksenkind en Juniper heb gelezen, is het nu tijd voor
het laatste deel van de trilogie. In jeugdroman Colman van Monica Furlong komen alle gebeurtenissen en personen uit
de eerste twee boeken bij elkaar en worden de nog open vragen beantwoord. Alles
wordt duidelijk!
Colman en zijn vriendinnetje Leana komen samen met heks Juniper aan in Cornwall, nadat ze zijn verdreven door vijandige dorpelingen. Het land waarvan Junipers vader ooit koning was, wordt nu geteisterd door haar slechte tante Meroot. Colman, Leana en Juniper doen er alles aan om haar macht te breken. Colman is een mooi verhaal over magie, over angst en verwoesting, over moed en over de allesoverwinnende kracht van liefde. Alles draait om goed en kwaad en gelukkig wint het goede.
Hoewel deze boeken een trilogie vormen, zijn alle delen ook afzonderlijk van elkaar te lezen. Dat vind ik knap werk en leuk om te weten, maar ik raad aan ze lekker alle drie te lezen. De boeken grijpen je vast en lezen zo heerlijk makkelijk weg. Fijne kost voor in de hangmat!
Colman en zijn vriendinnetje Leana komen samen met heks Juniper aan in Cornwall, nadat ze zijn verdreven door vijandige dorpelingen. Het land waarvan Junipers vader ooit koning was, wordt nu geteisterd door haar slechte tante Meroot. Colman, Leana en Juniper doen er alles aan om haar macht te breken. Colman is een mooi verhaal over magie, over angst en verwoesting, over moed en over de allesoverwinnende kracht van liefde. Alles draait om goed en kwaad en gelukkig wint het goede.
Hoewel deze boeken een trilogie vormen, zijn alle delen ook afzonderlijk van elkaar te lezen. Dat vind ik knap werk en leuk om te weten, maar ik raad aan ze lekker alle drie te lezen. De boeken grijpen je vast en lezen zo heerlijk makkelijk weg. Fijne kost voor in de hangmat!
woensdag 19 augustus 2015
In verband met de kinderen
Van een
vriendin kreeg ik het boek In verband met
de kinderen. Bij het lezen ervan moest ze aan mij denken en daarom besloot
ze het aan mij te geven. Lief!
Nieuwsgierig begin ik in het derde boek van mijn zomervakantieboekenleeslijst. Deze psychologische roman is geschreven door Machteld Bouma en gaat over ouders en hun kinderen, over bloedbanden en het stiefmoederschap. Het is een boeiend en bijzonder verhaal met veel herkenbare dingetjes. Gelukkig is mijn verhaal minder drastisch en complex, maar ik kan me goed inleven in de gedachtenwereld van Wendolyn.
Wendolyn is psycholoog en krijgt een relatie met neuroloog Eric, gescheiden vader van drie kinderen. Door omstandigheden komen de kinderen fulltime bij hun vader wonen en dat betekent voor Wendolyn zich aanpassen, grenzen zoeken en bewaken en schipperen met haar werk. Ze worstelt met haar rol als stiefmoeder en er rijzen vragen over de band met haar eigen moeder. Een paar jaar later gebeurt er iets heel onverwachts en staat de wereld voor Wendolyn op zijn kop. Dan moet blijken hoe sterk de band met haar stiefkinderen is. In verband met de kinderen is een prachtig verhaal over de waarden van familiebanden en de onzekerheden van een stiefmoeder. Een ding wordt duidelijk: je hoeft geen bloedband te hebben om wortel te kunnen schieten.
Nieuwsgierig begin ik in het derde boek van mijn zomervakantieboekenleeslijst. Deze psychologische roman is geschreven door Machteld Bouma en gaat over ouders en hun kinderen, over bloedbanden en het stiefmoederschap. Het is een boeiend en bijzonder verhaal met veel herkenbare dingetjes. Gelukkig is mijn verhaal minder drastisch en complex, maar ik kan me goed inleven in de gedachtenwereld van Wendolyn.
Wendolyn is psycholoog en krijgt een relatie met neuroloog Eric, gescheiden vader van drie kinderen. Door omstandigheden komen de kinderen fulltime bij hun vader wonen en dat betekent voor Wendolyn zich aanpassen, grenzen zoeken en bewaken en schipperen met haar werk. Ze worstelt met haar rol als stiefmoeder en er rijzen vragen over de band met haar eigen moeder. Een paar jaar later gebeurt er iets heel onverwachts en staat de wereld voor Wendolyn op zijn kop. Dan moet blijken hoe sterk de band met haar stiefkinderen is. In verband met de kinderen is een prachtig verhaal over de waarden van familiebanden en de onzekerheden van een stiefmoeder. Een ding wordt duidelijk: je hoeft geen bloedband te hebben om wortel te kunnen schieten.
zondag 16 augustus 2015
Teatro del Silenzio
Na een paar heerlijk luie campingdagen komen we toch eens in de benen en
gaan de hort op. Toscane heeft zo veel moois te bieden! We bezoeken het
prachtige Lucca, de hoofdstad van de provincie Lucca in de regio Toscane en een van de
rijkste steden in Noord-Italië. Deze volledig ommuurde stad ademt een en al
sfeer uit. Italiaanser dan dat kan bijna niet. We drentelen door de authentieke
straatjes en genieten van een zalige bruschetta op een terrasje op Piazza dell’
Anfiteatro.
Op de terugweg doen we Lajatico aan, de geboorteplaats van Andrea Bocelli. Een kneuterig dorpje, schitterend gelegen in het Toscaanse landschap én wereldberoemd om het nabijgelegen Teatro del Silenzio. Wat is dit een wáánzinnig mooie plek! Een theater met een wel heel weids decor: hartje Toscane in de volle breedte. In 2006 kreeg Andrea Bocelli de gemeente Lajatico zover dit amfitheater te bouwen. De naam zegt het al: in dit theater heerst volledige stilte. Zodra je het theater betreedt overvalt je de oorverdovende stilte. Je hoort slechts de wind, de vogels en je eigen ademhaling, die de stilte alleen maar versterken. Het hele jaar door is het hier stil. Op een dag na. Dan wordt de stilte doorbroken door de meester zelf, Andrea Bocelli in hoogsteigen persoon. Dit jaar vindt begin augustus het tiende concert plaats en de aankondigingen sieren de straten van Lajatico. Wat zou het een voorrecht zijn om eens zo’n concert mee te mogen maken, op deze plek! Hier, in dit adembenemende decor. Wie weet, ooit. Ik ben in elk geval zwaar onder de indruk van de plek. Om stil van te worden.
Piazza dell' Anfiteatro - Lucca |
Op de terugweg doen we Lajatico aan, de geboorteplaats van Andrea Bocelli. Een kneuterig dorpje, schitterend gelegen in het Toscaanse landschap én wereldberoemd om het nabijgelegen Teatro del Silenzio. Wat is dit een wáánzinnig mooie plek! Een theater met een wel heel weids decor: hartje Toscane in de volle breedte. In 2006 kreeg Andrea Bocelli de gemeente Lajatico zover dit amfitheater te bouwen. De naam zegt het al: in dit theater heerst volledige stilte. Zodra je het theater betreedt overvalt je de oorverdovende stilte. Je hoort slechts de wind, de vogels en je eigen ademhaling, die de stilte alleen maar versterken. Het hele jaar door is het hier stil. Op een dag na. Dan wordt de stilte doorbroken door de meester zelf, Andrea Bocelli in hoogsteigen persoon. Dit jaar vindt begin augustus het tiende concert plaats en de aankondigingen sieren de straten van Lajatico. Wat zou het een voorrecht zijn om eens zo’n concert mee te mogen maken, op deze plek! Hier, in dit adembenemende decor. Wie weet, ooit. Ik ben in elk geval zwaar onder de indruk van de plek. Om stil van te worden.
woensdag 12 augustus 2015
Less is luxe
Het tweede boek van mijn zomervakantieboekenleeslijst is een waar feestje om te lezen en urenlang in te rond te
neuzen. Less is luxe is het tweede art journal van de hand van Lou Niestadt
en is een buitengewoon creatief kunstwerk met handgeschreven letters en veel
leuke illustraties. Een lust voor het oog!
Over de inhoud schrijft Niestadt op haar website (een bezoek waard): “Less is luxe gaat over mijn ontdekkingstocht naar een simpeler leven. Een leven waarin genoeg weer genoeg is en minder weer meer. Je leert om stil te staan bij wat je werkelijk wilt en wat je werkelijk nodig hebt. Een simpel leven in materie, maar groots in denken en doen, waarin je niet meer continu in dienst staat van je spullen, je werk, je gezin. Wanneer je de overvloed aan spullen en activiteiten terugbrengt naar de essentie, ontstaat er een overvloed aan tijd, ruimte, verwondering, creativiteit en levenslust: less is luxe!”
De tekst en illustraties vult Niestadt aan met passende en pakkende citaten van enkele groten der aarde. Ontzettend leuk gedaan! Less is luxe levert mij veel inspiratie op. Mijn vakantiedagboek bevat dan ook steeds minder tekst en meer tekeningen. Ik riep - en roep - nog altijd dat ik niet kan tekenen, maar zolang mijn heksjes en Man in een oogopslag zien wat mijn schepsels voorstellen, ben ik een blij mens en teken ik lekker door.
Bronnen: louniestadt.com, bol.com
Over de inhoud schrijft Niestadt op haar website (een bezoek waard): “Less is luxe gaat over mijn ontdekkingstocht naar een simpeler leven. Een leven waarin genoeg weer genoeg is en minder weer meer. Je leert om stil te staan bij wat je werkelijk wilt en wat je werkelijk nodig hebt. Een simpel leven in materie, maar groots in denken en doen, waarin je niet meer continu in dienst staat van je spullen, je werk, je gezin. Wanneer je de overvloed aan spullen en activiteiten terugbrengt naar de essentie, ontstaat er een overvloed aan tijd, ruimte, verwondering, creativiteit en levenslust: less is luxe!”
De tekst en illustraties vult Niestadt aan met passende en pakkende citaten van enkele groten der aarde. Ontzettend leuk gedaan! Less is luxe levert mij veel inspiratie op. Mijn vakantiedagboek bevat dan ook steeds minder tekst en meer tekeningen. Ik riep - en roep - nog altijd dat ik niet kan tekenen, maar zolang mijn heksjes en Man in een oogopslag zien wat mijn schepsels voorstellen, ben ik een blij mens en teken ik lekker door.
De inleiding van Less is luxe |
Bronnen: louniestadt.com, bol.com
zondag 9 augustus 2015
De kunst van het vakantievieren
In mijn
hangmat op camping Montescudaio in Italië begin ik in het eerste boek van mijn
zomervakantieboekenleeslijst. De
kunst van het vakantievieren staat boordevol tips om de voorpret te
vergroten en je vakantiegevoel te versterken. Ook geeft auteur Jessica de Bloom
advies om vakantiestress te voorkomen en het fijne vakantiegevoel langer vast
te houden.
Ik ontving dit boek na afloop van een themadag op mijn werk over loslaten. Deze dag vond plaats vlak voor de zomervakantie en was bedoeld om je te voeden met ideeën over ontspanning, loslaten en schakelen. Hoe laat je met een ontspannen gevoel je werk los en hoe zorg je voor een soepele overgang van werk naar vakantie? Een leerzame dag met workshops en mindfulness. En als cadeautje dus dit boek!
Jessica de Bloom deed voor haar studie arbeids- en organisatiepsychologie onderzoek naar vakantiegedrag en op basis daarvan deelt ze behalve tips ook interessante wetenschappelijke inzichten en leuke wetenswaardigheden. Vakantievieren is een kunst. En die versta ik prima.
Ik ontving dit boek na afloop van een themadag op mijn werk over loslaten. Deze dag vond plaats vlak voor de zomervakantie en was bedoeld om je te voeden met ideeën over ontspanning, loslaten en schakelen. Hoe laat je met een ontspannen gevoel je werk los en hoe zorg je voor een soepele overgang van werk naar vakantie? Een leerzame dag met workshops en mindfulness. En als cadeautje dus dit boek!
Jessica de Bloom deed voor haar studie arbeids- en organisatiepsychologie onderzoek naar vakantiegedrag en op basis daarvan deelt ze behalve tips ook interessante wetenschappelijke inzichten en leuke wetenswaardigheden. Vakantievieren is een kunst. En die versta ik prima.
woensdag 5 augustus 2015
Zomervakantieboekenleeslijst
Ik las
nog nooit zoveel als in deze zomervakantie. Gelukkig was mijn boekenvoorraad
groot genoeg en kwam ik niet droog te staan. Wat een heerlijke luie
leesvakantie hebben we gehad. Niet dat we niks deden, maar we kozen wel heel
bewust voor veel rustmomenten en wisselden onze uitjes steeds af met een of
meerdere campingdagen. Dat betekende meters maken!
Eenmaal uitgepakt en geïnstalleerd op camping Montescudaio in Italië duik ik de hangmat in met boek nummer 1: De kunst van het vakantievieren, door Jessica de Bloom. Volgens mij heb ik die kunst op dat moment al aardig onder de knie, maar het boek levert me toch een leuke en verrassende kijk op het vakantievieren op. Behalve tips om je voorpret te vergroten en het vakantiegevoel te versterken geeft de auteur ook advies om vakantiestress te voorkomen. Dit alles is nog verder opgeleukt met wetenswaardigheden en interessante feitjes.
Boek nummer 2 volgt enkele dagen later: Less is luxe, door Lou Niestadt. Dit boek is een waar feestje! Niet alleen leuk om te lezen, maar ook om te bekijken, inspiratie op te doen en lekker in te neuzen. Het is een art journal over de ontdekkingstocht naar een simpeler leven, waarin genoeg genoeg is en minder weer meer. Handgeschreven en geïllustreerd door Lou Niestadt zelf. Een boek dat minstens net zo leuk en mooi is als haar eerste boek Groots en Meeslepend Leven, waarover ik eerder een blog schreef.
Na dit heerlijke kunstwerk volgt In verband met de kinderen. Deze psychologische roman is geschreven door Machteld Bouma en gaat over ouders en hun kinderen, over bloedbanden en het stiefmoederschap. Een mooi en bijzonder verhaal, met herkenbare dingetjes. Het houdt me vast en voor ik het weet ben ik op de laatste pagina beland. Dat was boek nummer 3!
En dóór met boek nummer 4. Jeugdroman Colman van Monica Furlong is het laatste deel van een trilogie en het vervolg op het boek Juniper, dat ik vorig jaar in de zomervakantie las (zie blog). Mooi om te lezen hoe in dit verhaal vol magie, liefde en verraad alle gebeurtenissen en personen uit Heksenkind en Juniper bij elkaar komen. Alles wordt duidelijk!
We slaan ons kampement op in het Oostenrijkse Zillertal. In de campingsauna aldaar, hoe relaxed, begin ik in De 100-jarige man die uit het raam klom en verdween, op aanraden van Man. Man heeft dit boek van Jonas Jonasson nét uit en ik heb hem nog nooit zo zien genieten van en hardop horen lachen om een boek. Dat moet wel een heel leuk boek zijn. Kom maar op met boek nummer 5. Een werkelijk bizar verhaal over Allan, die op zijn honderdste verjaardag uit het bejaardentehuis wegloopt. Er volgt een aaneenschakeling van absurde gebeurtenissen, die hem allemaal heel gewoontjes lijken te overkomen. Hij blijft er zelf in elk geval heel rustig onder. Allans avonturen worden afgewisseld met memorabele momenten uit zijn eigen leven en die van de geschiedenis van de twintigste eeuw. Heerlijk geschreven met soms prachtige droge logica.
In mijn komende blogs neem ik u graag per boek een stukje verder mee de inhoud in en beschrijf ik mijn bevindingen.
Eenmaal uitgepakt en geïnstalleerd op camping Montescudaio in Italië duik ik de hangmat in met boek nummer 1: De kunst van het vakantievieren, door Jessica de Bloom. Volgens mij heb ik die kunst op dat moment al aardig onder de knie, maar het boek levert me toch een leuke en verrassende kijk op het vakantievieren op. Behalve tips om je voorpret te vergroten en het vakantiegevoel te versterken geeft de auteur ook advies om vakantiestress te voorkomen. Dit alles is nog verder opgeleukt met wetenswaardigheden en interessante feitjes.
Kleine heks verorbert Dagboek van een Muts |
Boek nummer 2 volgt enkele dagen later: Less is luxe, door Lou Niestadt. Dit boek is een waar feestje! Niet alleen leuk om te lezen, maar ook om te bekijken, inspiratie op te doen en lekker in te neuzen. Het is een art journal over de ontdekkingstocht naar een simpeler leven, waarin genoeg genoeg is en minder weer meer. Handgeschreven en geïllustreerd door Lou Niestadt zelf. Een boek dat minstens net zo leuk en mooi is als haar eerste boek Groots en Meeslepend Leven, waarover ik eerder een blog schreef.
Na dit heerlijke kunstwerk volgt In verband met de kinderen. Deze psychologische roman is geschreven door Machteld Bouma en gaat over ouders en hun kinderen, over bloedbanden en het stiefmoederschap. Een mooi en bijzonder verhaal, met herkenbare dingetjes. Het houdt me vast en voor ik het weet ben ik op de laatste pagina beland. Dat was boek nummer 3!
En dóór met boek nummer 4. Jeugdroman Colman van Monica Furlong is het laatste deel van een trilogie en het vervolg op het boek Juniper, dat ik vorig jaar in de zomervakantie las (zie blog). Mooi om te lezen hoe in dit verhaal vol magie, liefde en verraad alle gebeurtenissen en personen uit Heksenkind en Juniper bij elkaar komen. Alles wordt duidelijk!
Tussen de tukkies door leest Man De 100-jarige... |
We slaan ons kampement op in het Oostenrijkse Zillertal. In de campingsauna aldaar, hoe relaxed, begin ik in De 100-jarige man die uit het raam klom en verdween, op aanraden van Man. Man heeft dit boek van Jonas Jonasson nét uit en ik heb hem nog nooit zo zien genieten van en hardop horen lachen om een boek. Dat moet wel een heel leuk boek zijn. Kom maar op met boek nummer 5. Een werkelijk bizar verhaal over Allan, die op zijn honderdste verjaardag uit het bejaardentehuis wegloopt. Er volgt een aaneenschakeling van absurde gebeurtenissen, die hem allemaal heel gewoontjes lijken te overkomen. Hij blijft er zelf in elk geval heel rustig onder. Allans avonturen worden afgewisseld met memorabele momenten uit zijn eigen leven en die van de geschiedenis van de twintigste eeuw. Heerlijk geschreven met soms prachtige droge logica.
In mijn komende blogs neem ik u graag per boek een stukje verder mee de inhoud in en beschrijf ik mijn bevindingen.
zondag 2 augustus 2015
Oostenrijkse campingyoga
Grote
heks wijst me erop: op het mededelingenbord in het toiletgebouw staat
aangekondigd dat er iedere woensdagmorgen yoga is in het gymnastieklokaal.
Yoga, op de camping? Ik laat het tot me doordringen en bedenk me dan dat het
natuurlijk best leuk is. Ze organiseren op deze camping volleybaltoernooien, trekkerritten
over de camping, muzikale avonden en campingquizzen. Er is een buiten- en een
binnenzwembad en zelfs een waarachtig saunacomplex. Waarom zouden ze dan niet
ook yogales geven? Is het wel echte yoga? Gegeven door een echte yogi? Of neemt
iemand van het animatieteam deze taak al dan niet serieus op zich? Ach, wat
maakt het uit. Ik doe het! Voordat ik naar de receptie loop om me op te geven,
vraag ik terloops aan grote en kleine heks of ze misschien zin hebben om mee te
gaan. Twee volmondige ja’s klinken luid over de camping. Zo veel enthousiasme
had ik niet verwacht en blij verrast geef ik ons op. Tot dan toe staan er
slechts twee andere liefhebbers op de lijst. Echt storm loopt het nog niet. Dan is
het woensdagmorgen. Vroeg uit de veren voor een rondje hardlopen door het mooie
Zillertal. Het is al flink warm en de kilometers lijken langer dan anders.
Maar straks mag ik languit op de yogamat, een fijn vooruitzicht en de gedachte eraan
geeft me moed. Op tijd lopen de heksjes en ik naar het gymnastieklokaal. Op de
gang staat een vrouw of tien te wachten. Toch een hele opkomst! De yogajuf komt
aangesneld en vlug opent ze het lokaal en zet de airco aan. Dat had ze best
eerder mogen doen. Als een deken valt de broeierige hitte over ons heen. Het
uitzicht maakt echter veel goed. Een enorme raampartij geeft ons een prachtig
uitzicht op het dal. We parkeren onze matten zodanig, dat we maximaal van het
uitzicht kunnen genieten. De juf vraagt in rap Oostenrijks of we allemaal bekend zijn
met yoga en zonder verdere uitleg begint ze. Grote heks en ik kunnen de juf verstaan
en we volgen braaf haar aanwijzingen op. Kleine heks kijkt gewoon goed naar de
juf en naar ons en ze wurmt zich net als wij heel netjes in alle houdingen. Dit
is een echte yogajuf, eentje die van wanten weet. Het zweet gutst van mijn lijf
en ik ben niet de enige die zucht en steunt. Grote heks fluistert verbaasd: ‘Dit
is toch geen yoga, dit is een echte work-out’. Ik bedoel maar. Welkom in de
wereld van de yoga lieve heksjes! De oefeningen lopen vloeiend in elkaar over
en de juf doet ze allemaal keurig voor en helpt waar nodig. De juf is trouwens
van elastiek, ze vouwt zich zonder enige moeite dubbel en floept soepel in
iedere (on)mogelijke houding. Flexibel tot op het bot. De eindontspanning komt
sneller dan ik dacht. Ondanks de hitte is het uur omgevlogen. Wat een leuke
Oostenrijkse yogales! Yoga met het allermooiste uitzicht ooit.
woensdag 15 juli 2015
Op maildieet
Stoppen
met e-mailen. Zomaar van de ene op de andere dag geen e-mail meer. Een lege
inbox en zelf geen enkele mail meer versturen. Het idee an sich klinkt me als
muziek in de oren. Hoeveel tijd houd ik dan wel niet over op een dag voor echt
belangrijke zaken? Tegelijkertijd lijkt het idee me on-mo-ge-lijk, een utopie.
Waar is mijn werk zonder e-mail? Geen mail, geen werk. Niet meer mailen lijkt
ondenkbaar. Toch zou het een verademing zijn om gewoon alleen maar je échte
werk te doen, zonder steeds afgeleid te worden door die niet aflatende stroom
van binnenkomende e-mails. Blieb, en
daar verschijnt dat envelopje weer onder in beeld. Die e-mails houden nooit op.
Hoe stop je ze?
Kim Spinder deed het. Op 1 januari 2011 stopte zij met e-mailen en over haar ervaringen schreef ze een boek. We quit mail is een waar pleidooi voor het stoppen met mailen en het staat boordevol voordelen van een werkend én sociaal leven zonder e-mail, aangevuld met bruikbare praktische tips om zelf de eerste stap te zetten. Je stopt per direct of je mindert stap voor stap. Er zijn zo veel andere manieren om te communiceren, daar heb je echt niet alleen maar die mailbox voor nodig! Toen ik het boek kreeg, brandde het in mijn handen en ik heb het in een ruk uitgelezen. Het thema triggerde mij enorm. Want een leven zonder e-mail leek me onmogelijk, maar stiekem ook fantastisch. Als je er een beetje serieus over nadenkt, stuit je al snel op duizenden vragen. Stoppen kan toch niet zomaar? Hoe heeft Kim dat gedaan, hoe heeft ze het aangepakt en nog belangrijker, hoe kreeg ze haar collega’s mee en hoe doet ze haar werk?
Mijn leidinggevende en ik besloten dit boek als zomervakantiecadeau te geven aan alle collega’s van onze afdeling. Puur als trigger en een beetje als knipoog naar de pilot van Het Nieuwe Werken, die binnenkort daadwerkelijk bij ons vorm krijgt. Stoppen met e-mailen is misschien nog een brug te ver, maar de andere manier van denken past er goed bij. Oude patronen loslaten en anders en nieuw naar bestaande zaken kijken. Daar fris je van op en het nodigt je uit eens buiten de gebaande paden te treden. We quit mail geeft antwoord op alle vragen die direct in je opborrelen als je er ook maar even aan denkt te stoppen met e-mailen. Het kan echt! Stoppen met e-mailen, ik ben overtuigd en ga graag de uitdaging aan. Stap voor stap op maildieet. Wie doet er mee?
Kim Spinder deed het. Op 1 januari 2011 stopte zij met e-mailen en over haar ervaringen schreef ze een boek. We quit mail is een waar pleidooi voor het stoppen met mailen en het staat boordevol voordelen van een werkend én sociaal leven zonder e-mail, aangevuld met bruikbare praktische tips om zelf de eerste stap te zetten. Je stopt per direct of je mindert stap voor stap. Er zijn zo veel andere manieren om te communiceren, daar heb je echt niet alleen maar die mailbox voor nodig! Toen ik het boek kreeg, brandde het in mijn handen en ik heb het in een ruk uitgelezen. Het thema triggerde mij enorm. Want een leven zonder e-mail leek me onmogelijk, maar stiekem ook fantastisch. Als je er een beetje serieus over nadenkt, stuit je al snel op duizenden vragen. Stoppen kan toch niet zomaar? Hoe heeft Kim dat gedaan, hoe heeft ze het aangepakt en nog belangrijker, hoe kreeg ze haar collega’s mee en hoe doet ze haar werk?
Mijn leidinggevende en ik besloten dit boek als zomervakantiecadeau te geven aan alle collega’s van onze afdeling. Puur als trigger en een beetje als knipoog naar de pilot van Het Nieuwe Werken, die binnenkort daadwerkelijk bij ons vorm krijgt. Stoppen met e-mailen is misschien nog een brug te ver, maar de andere manier van denken past er goed bij. Oude patronen loslaten en anders en nieuw naar bestaande zaken kijken. Daar fris je van op en het nodigt je uit eens buiten de gebaande paden te treden. We quit mail geeft antwoord op alle vragen die direct in je opborrelen als je er ook maar even aan denkt te stoppen met e-mailen. Het kan echt! Stoppen met e-mailen, ik ben overtuigd en ga graag de uitdaging aan. Stap voor stap op maildieet. Wie doet er mee?
Bron:
wequitmail.nl
dinsdag 7 juli 2015
Hangmat
Op mijn
werk beraad ik mij met onze afdeling op Het
Nieuwe Werken. Onder begeleiding van externe experts starten we een pilot
om onze werkomgeving zo ideaal mogelijk te maken voor iedere medewerker. Als ik googel op ‘Het Nieuwe Werken’ is het moeilijk een eenduidige definitie van dit
fenomeen te vinden. De meest gebruikte definitie is ‘tijd- en
plaatsonafhankelijk werken’. Dit vind ik gelijk ook de meest afschrikwekkende
definitie. Bij de term ‘Het Nieuwe Werken’ bekruipt me toch als eerste het
gevoel dat ik de werkdag vroeger moet beginnen dan mijn collega’s, wil ik op mijn
favoriete plek kunnen werken die dag. Of dat ik om wat voor reden dan ook later
begin, en dan met mjin draagbare bakje de hele afdeling af moet struinen naar
een geschikte plek en vervolgens in de bezemkast beland. Of dat ik aan tafel
kom te zitten met die altijd net iets te aanwezige collega. Een waar
schrikbeeld en niet iets om blij van te worden. Toch ben ik ambassadeur, want
als het beter kan, ga ik ervoor en is het op zijn minst een onderzoek waard.
Samen met een paar collega’s verdiep ik me in alle mogelijkheden en wensen
van onze collega’s met wie we de huidige ruimtes delen. Wat kan er beter,
welke wensen zijn er als het gaat om stilteruimtes, telefoneren, overlegplekken
en functiegerelateerd werken? Je moet immers niet Nieuw gaan Werken om Het
Nieuwe Werken zelf, enkel en alleen maar om de hype. Het moet daadwerkelijk
iets positiefs opleveren en het liefst voor iedereen. Ik vind het een mooie ontdekkingstocht
en google er alvast wat op los. Behalve dus die halfbakken definities levert
het me wél een leuke kreet op. “Flexibel
werken doe je maar in je eigen tijd”. En heel toevallig spot ik in mijn
favoriete boekentempel een nieuwe kaart van Loesje:
Eens kijken waar ik de mijne ga ophangen.
Bronnen: hetnieuwewerkendoejezelf.nl, Loesje, studiogroenenschild.nl
Eens kijken waar ik de mijne ga ophangen.
Bronnen: hetnieuwewerkendoejezelf.nl, Loesje, studiogroenenschild.nl
maandag 29 juni 2015
Liefdesbrief ♥
Alleen de
gangkast nog. Ik schuif wat spullen aan de kant, zodat er wat meer te stofzuigen
valt. Ik zie een handgeschreven briefje op de grond liggen. Het zal wel een
snipper van een oud boodschappenbriefje zijn, die naast de papierbak is
gefladderd. Ik raap het op en bekijk het. Geen stukje boodschappenlijst maar een
hoekje van een bladzijde uit een schriftje. ‘Wil je met me’, staat erop geschreven en het is versierd met twee
hartjes. Ik sta acuut te smelten, daar in die gangkast. Wat een lief briefje!
Tientallen vragen schieten door mijn hoofd. Voor wie is het, voor grote heks of
kleine heks? Weet ze er zelf van? Is het wel de bedoeling dat ik dit vind? En hoe
komt het hier eigenlijk, op de grond in de gangkast? Die laatste vraag is snel beantwoord.
In de gangkast hangen de jassen van onze heksen en daar moet het uitgevallen
zijn. Maar de belangrijkste vraag is natuurlijk: van wie is het? Wie heeft dit mooie
briefje geschreven? In gedachten zie ik de hopeloos verliefde dader voor me, stiekem
sluipend over de gang van de school, op zoek naar de juiste jaszak. Wat moet
dat spannend geweest zijn! Ik show
het briefje aan Man, die ook gelijk van schattigheid door zijn hoeven zakt. Samen
fantaseren we verder. Het is vast bedoeld voor kleine heks, want het briefje
komt uit een schriftje met dubbele lijntjes en die gebruiken ze echt niet meer op
de middelbare. Zodra ze thuiskomt uit school, drukken we de liefdesbetuiging
onder de neus van kleine heks en wachten gretig haar reactie af. Grote
lachende en verbaasde ogen, gevolgd door een reeks van blozende giechels. Ik
vermoed even dat ze drommelsgoed weet waar dit over gaat, maar nee. Ze heeft
echt geen idee. Je ziet haar in gedachten alle jongens van de klas langsgaan.
Wie oh wie? Het is een groot mysterie. Ook voor de vriendinnen van kleine heks
is het een raadsel. Hun eerste reactie laat zien dat ook zij oprecht verrast
zijn. Heel even vrezen Man en ik namelijk dat ze misschien in de maling is
genomen door een van haar vriendinnen, maar dat is niet zo. Dan wordt Hartsvriendin
erbij gehaald, zij is handschriftenexpert. Ze staart enige tijd naar het liefdesbriefje
en weet het dan zeker: het is J. Na deze conclusie volgt een hartstochtelijk gegiechel van de dames. Kleine heks heeft echter zo haar bedenkingen en ze is
in alle staten. Wat moet ze hier nu toch mee en hoe komt ze erachter wie de
geheime briefschrijver echt is? Over één ding is ze al wel heel duidelijk en
dat is het antwoord op zijn vraag: “Wie het ook is, mijn antwoord is nee!"
zondag 21 juni 2015
Over hardlopers en steelpannen
Man en ik
hebben ons ingeschreven voor de nieuwe editie van zowel de Stadshagenrun als de
Salverdaloop. Liepen we vorig jaar nog de vijf kilometer, dit jaar gaan we voor
de tien. Niet dat het mij zo goed bevallen is, meedoen aan die recreatielopen.
Ik liet me in beide gevallen enorm opjutten door de snellere renners om mij
heen, waardoor ik weliswaar een persoonlijk record liep, maar volledig gebroken de
eindstreep haalde. En dan kreeg ik nog geen eens een medaille of een lintje
voor de moeite. Zo jammer. Toch haalde Man mij over om ook dit jaar weer mee te
doen. “Gewoon een beetje proberen in je eigen tempo te lopen.” Vooruit dan
maar, we gaan ervoor. We zijn vorig week nogal geïnspireerd geraakt bij de Zwolse
Halve Marathon. Veel vrienden, buren en andere bekenden deden mee en we zouden
het wel eens met eigen ogen gaan aanschouwen. Beetje sfeer proeven. We zochten
een mooie plek langs de route en belandden in een drukte van jewelste, wat een
gezelligheid in onze bruisende binnenstad. De gehele route werd opgeleukt door allerlei
bands en orkesten. Ik werd blij verrast door een groep jonkies die heel verfrissend
en verbluffend goed op potten en pannen stond te rammen. Een heuse steelband,
en nog een goede ook. Het swingde de pan uit. Hier moesten we maar blijven
staan. Vol overgave trommelden ze het ene na het andere bekende nummer op hun
vaten. Waanzinnig en bovenal heel muzikaal. Tegelijkertijd spotten we vele
bekende lopers en moedigden we ze aan. Chapeau! Een ongelooflijke prestatie,
die voor ons toch echt nog een paar mijl te ver is. Wie weet, volgend jaar
misschien. Tussen de trommelnummers door besloot ik aan een van de bandleden te
vragen waar ze toch vandaan kwamen. Want wat zou je deze steelband leuk kunnen
vragen voor wat voor feest of bijeenkomst dan ook; ik zag ineens mogelijkheden
genoeg. Mijn plannenmakerij was echter van korte duur. “Wir kommen aus
Deutschland”. Oef, da’s wel erg ver weg. Zouden ze dan misschien een cd hebben
gemaakt? Dan kan ik in elk geval thuis nog eens van ze genieten. Helaas, geen
cd. Wel vond ik filmpjes van Calypsonic op internet én ik heb
mijn eigengemaakte opname gelukkig nog.
maandag 19 januari 2015
Mooie maandag
Heeft u
een fijne dag gehad? Viel er nog iets te lachen of te genieten? Of was het een lange
trieste en saaie dag voor u? De meeste mensen schijnen vandaag vooral dat
laatste te hebben ervaren. Het is namelijk blue
Monday, de meest deprimerende dag van het jaar. Althans, dat heeft meneer
Cliff Arnall ooit bedacht. Deze Britse psycholoog ontwierp in 2005 een
wetenschappelijk verantwoorde formule waaruit zou blijken dat de maandag van de
laatste volle week van januari de dag is waarop de meeste mensen zich treurig,
neerslachtig of weemoedig voelen. Dit zou te maken hebben met het feit dat
goede voornemens mislukt zijn en de eerstvolgende vakantie ver weg lijkt. Ook zijn
de dagen nog kort en donker en is de maandag voor veel mensen de eerste dag van
de werkweek, wat sowieso opstartproblemen veroorzaakt.
Mijn dag was goed. Niks mis mee. Buiten was het dan wel grijs en grauw, binnen was het goed en gezellig. Ik was gisteren jarig. Dat betekent dus dat blauwe maandag eens in de zoveel tijd vol op mijn geboortedag valt. Hoe kun je die nou blue noemen? Voor mij geen reden om sikkeneurig te zitten zijn. Ik doe niet mee aan blauwe maandag. Ook niet als die ergens midden april of eind juli zou vallen. Iedere dag heeft immers zijn eigen schoonheid, iedere dag kent zijn mooie momenten. Zo ook vandaag. Ik was jarig op herhaling en ontving alle handjes, kusjes en knuffels dankbaar. En dan mag ik als kers op mijn overgebleven verjaardagstaart vanavond weer naar mijn wekelijke yogakerk. Wat wil een mens nog meer. Hoera, mooie maandag!
Mijn dag was goed. Niks mis mee. Buiten was het dan wel grijs en grauw, binnen was het goed en gezellig. Ik was gisteren jarig. Dat betekent dus dat blauwe maandag eens in de zoveel tijd vol op mijn geboortedag valt. Hoe kun je die nou blue noemen? Voor mij geen reden om sikkeneurig te zitten zijn. Ik doe niet mee aan blauwe maandag. Ook niet als die ergens midden april of eind juli zou vallen. Iedere dag heeft immers zijn eigen schoonheid, iedere dag kent zijn mooie momenten. Zo ook vandaag. Ik was jarig op herhaling en ontving alle handjes, kusjes en knuffels dankbaar. En dan mag ik als kers op mijn overgebleven verjaardagstaart vanavond weer naar mijn wekelijke yogakerk. Wat wil een mens nog meer. Hoera, mooie maandag!
zaterdag 3 januari 2015
Who could not be happy?
In de laatste Flow van het
jaar zit altijd een fijn cadeautje: de Flow Minikalender voor het nieuwe jaar. Even
scheuren, vouwen en scheuren, de kaartjes op volgorde leggen, een koordje of
ring door de gaatjes friemelen et voilà, je hebt je 365-dagenkalender. Met elke
dag een inzicht, spreuk of tip. Elke dag een flow-momentje. Neem nou dit eerste
momentje van 2015. Dan moet je je toch inhouden om ze niet alle 365 in een keer
te lezen?
donderdag 1 januari 2015
Abonneren op:
Posts (Atom)